dinsdag 15 juni 2010

Muziek in het donker


Een jaar geleden maakte Hans Abbing muziekliefhebbers kwaad met de publicatie van Van hoge naar nieuwe kunst. Hij vergeleek daarin de klassieke muziekpraktijk nadelig met dancefeesten: terwijl het publiek in de concertzalen geaffecteerd stilzit, zijn mond houdt en vergrijst, geniet de danceliefhebber van muziek in een informele sfeer, onafhankelijk van subsidie en zonder andere groepen of muziekstijlen uit te sluiten. Het publiek van klassieke concerten, citeerde hij zijn neefje, was een stel ‘neppers’ dat als klapvee in de zaal zat, terwijl Abbing zelf vaststelde dat het publiek bij dancefeesten bepaald niet onkritisch was en ook wel eens verder keek dan de eigen scene.

Daar had hij gelijk in. Niks is erger bij klassieke concerten dan het stilzitten, behalve misschien het applaudiseren. Zelf heb ik een aantal jaar zowat alles gevolgd wat er in Amsterdam gebeurde op het gebied van de contemporaire muziek, en ten tijde van die boekpresentatie was ik al tot de conclusie gekomen dat ik het in concertzalen niet uithield. Het is wel eens eerder betoogd dat de moderne gecomponeerde muziek nooit zoveel publiek heeft gekregen als de moderne kunst juist omdat je het moet uitzitten ook als je het niet mooi vindt, terwijl niemand je verplicht om een kwartier naar die schedel van Damien Hirst te kijken als je ’t kitsch vindt. (En inderdaad, ik ga eerder naar musea voor moderne kunst omdat het daar zoveel cooler is dan in de Uffizi in Florence, dan om met gapend wijdopen muil van bewondering te staren naar Tracy Emin’s courgette-act.) Je zou dus zeggen, dat er eindelijk iemand was die me begrepen had en daar nog een boek over geschreven had ook.

zondag 6 juni 2010

Train thoughts

It is quite possible that our brain is too smart for us, that not just imagination but also logic fail to capture the inferential processes by which it operates on sense impressions, memories, concepts, and meanings.

(Amsterdam-Brussels, 5 June, around 7 pm)