dinsdag 29 november 2011

Cutting up photos

My father was not a particularly talented photographer (he made some beautiful images of half-demolished buildings, cactuses, and me aged six behind my mother's typewriter though).
But you can create wonderful optical effects with 1.0 photoshop - a pair of scissors and some photo tape, that is. Call it blasphemy. Otherwise they would have been thrown away or forgotten in a shelf.

(Click to enlarge)

vrijdag 25 november 2011

This has been done before

A homage to Jan Schoonhoven. It would be a great title for an exhibition too.

woensdag 23 november 2011

Padre morte. Grosse Scheisse.

Leo Solleveld 1945-2011


De slotsom is kort. Je boeken zijn versnipperd.

En je brein ook. Je dronk teveel,
deed niets, las vijfduizend boeken half,
maakte twee studies niet af, kreeg twee zonen,
esoteriseerde, en dronk meer.
Nu ben je dood. 2326 kilo boeken
zijn naar de versnipperaar gegaan.

zaterdag 19 november 2011

The big potlatch (1)

My good resolution for 2012 is to give away at least one art work per week. Beneficiaries have the choice between abstract, figurative and conceptual. (And of course, they will have to lend them out for a retrospective exhibition at some point, maybe at the end of the year.)
The working title for this project is The Big Potlatch. If it works out there will probably be more posts by that title.

In fact I'm planning not to wait until next year and start right away. If I hadn't left it behind in the library with my notes, this drawing I made for Riekje Louise Jongsma would have been the first. I am now calling it Number Zero in case it resurfaces.


Instead, one of these two abstract works is now going to be number one (I'll leave the choice to beneficiary number one).


maandag 7 november 2011

Topkunst

Een herbewerkte versie van mijn eerdere stuk Art and the Sushi Bar. Nu met extra links en snijdende opmerkingen over het Toprapport Creatieve Economie in Topvorm.



In musea en kunstboekhandels is een oranje boekje te koop met “adviezen voor de beginnende kunstenaar”. Daarin staat bijvoorbeeld de tip: “Maak kunst voor homo’s. Die hebben een goede smaak, veel geld en geen kinderen om het aan uit te geven.” En het voorbeeld van een kunstenares die aan tandartsen gevraagd heeft wat voor kunst zij in hun wachtkamers zouden willen. Dat bleken semi-abstracte, fleurige doeken te zijn, daar worden patiënten lekker rustig van, dus die is ze vervolgens gaan maken om haar vrije werk mee te bekostigen.
Sarcasme? Eerder zelfspot. Niemand gaat naar de kunstacademie met het idee om later ‘kunst voor homo’s en tandartsen’ te maken. Maar het is beter dan bijbeunen in de sushibar. (‘Sushibar’ staat hier voor alle baantjes die kunstenaars doen om zichzelf in leven te houden.) Het oranje boekje zou een stuk minder grappig zijn als het niet de realiteit was.
De houding van kunstenaars ten aanzien van ‘de markt’ is veranderd. Vrijwel niemand neemt nog aanstoot aan de adviezen in het oranje boekje. Sterker nog, mensen kopen het. Daaruit blijkt niet alleen dat het taboe op ‘werken voor de markt’ verdwenen of aan het verdwijnen is, maar ook dat kunstenaars hun werk in toenemende mate als just another job zien. Grappen over kunst voor homo’s en tandartsen zijn de kantoorhumor van de kunstwereld. Je kunt er niet tegen vechten, dus je moet er maar mee leren leven.