zondag 5 april 2009

Walter Benjamin & Charles Baudelarie, deux haschischins flâneurs des passages


Vier jaar geleden hield ik een presentatie over Benjamin en Baudelaire voor het vak The Artist as a Hero of Modernity van Josef Früchtl. Die presentatie begon met de portretten van Eliot en Pound, en het commentaar van Pound toen hij Eliot voor het eerst had ontmoet:

'He has actually trained himself and modernized himself on his own. The rest of the promising young have done one or the other but never both (most of the swine have done neither). It is such a comfort to meet a man and not have to tell him to wash his face, wipe his feet, and remember the date (1914) on the calendar.'

Waarbij het gezicht van Pound met een felle aristocratische heersersblik, en Eliot als neat and shy young man. Er was duidelijk iets veranderd in het beeld van de kunstenaar sinds Rimbaud met zijn ongewassen haar.
Het paper naar deze presentatie, Love to hate the modern world, staat op archive.org; de manier waarop daarin het portret van Baudelaire door Nadar besproken wordt in vergelijking met dat van Pound, Rimbaud en Eliot vind ik nog steeds interessant.
(En terecht werd vanuit het publiek werd opgemerkt, toen ik een zeker citaat van Benjamin over Baudelaire's dandyisme aanhaalde: 'he's talking about himself'. Het is niet iets waarover ik makkelijk praat.)


Als toegift, hierbij voorstudies van Benjamin en Baudelaire:


Geen opmerkingen: