donderdag 27 december 2007

Onze geliefde minister van financiën


...en mijn eerste politieke karikatuur.

Is er iemand die weet in hoeverre de rampspoed bij de Belastingdienst terug te voeren valt op zijn staatsscretariaat?

Zeer geschikt voor een boekenlegger

Niet alleen vanwege het langwerpige formaat van de afbeelding, maar ook omdat het postuur van James Joyce wel iets van een boekenlegger had (lang, mager, hoekig en flapperig).

maandag 10 december 2007

Koekeloerende minuten in de Brakke Grond

In de Brakke Grond is op het moment een tentoonstelling van one-minutes. Vreemd genoeg is hier op hun website geen spoor van te vinden. Terwijl het toch een stuk onderhoudender is dan de grote zaal vol Antwerpse underground-parafernalia, die hoogstens wat anarchische nostalgie opwekken (de tentoonstelling Kopstoot).

Volgens de website theoneminutes.org is een one-minute een filmpje dat maximaal twee minuten mag duren. Een kunstvorm die zeer geschikt is voor internet dus, maar sowieso een krachtig tegengif tegen de oeverloosheid van langgerekte kunstfilms. (Een probleem dat ook verholpen kan worden door kaleidoscopische opstelling, zoals bij Warhol in het Stedelijk - zie mijn eerdere post hierover.)
Maar als het al op internet is, waarom dan nog in de Brakke Grond? Ten eerste omdat het aanbod ordelijker is. De Brakke Grond heeft tien of twaalf categorieën onderscheiden en vertoont daarin steeds doorlopend een aantal filmpjes. Als je na 5 minuten hetzelfde filmpje weer ziet terugkeren heb je mooi genoeg van het onderwerp en kun je verder naar het volgende. Op de website daarentegen word je maar wat rondgestuiterd, zolang je geen namen van makers kent om gericht op te zoeken. Ten tweede vanwege de opstelling. De (pc) schermen staan opgesteld achter schotten met een gleuf erin, koptelefoon ernaast, in een kring. Past mooi in een kleine ruimte en als je niet de enige bezoeker bent, nog goed voor de sociale interactie ook.

Zien. Hup.

vrijdag 7 december 2007

Dank u zeer, UvA Scripties Online

Het papieren onding hoort nu tot het publieke domein. Voor iedereen te downloaden op UvA Scripties Online.

zondag 2 december 2007

Twee vragen aan taalwetenschapshistorici

1. Hoeveel mensen waren er die Arabisch schrift konden lezen in Duitsland rond 1800?

Friedrich Schlegel vergelijkt in Über Sprache und Weisheit der Indier (1808) Indische woorden met Perzische. De Indische geeft hij weer in westers alfabet, om de simpele reden dat er geen Sanskrit letterblokken voorhanden waren en hij geen geld had om die te laten snijden, maar de Perzische staan er in Arabisch schrift, zonder transcriptie.
In mijn paper The Dark Side of Bildung? vroeg ik me tussen haakjes af: 'How many people could read that in Germany in 1808? One thousand?' De grote Leezenberg schreef in de marge: far less!
Maar het blijkt nu dat Arabisch schrift zonder transcriptie ook al voorkomt in Johan Michaelis' (Neue) Orientalische Bibliothek (1771-1793). Wellicht ook wel eerder. Michaelis was de persoon die de leden van de eerste wetenschappelijke expeditie naar Felix Arabia Arabisch leerde, en trouwens ook de schoonoom van Fr. Schlegel. In ieder geval: er was dus in de 18e eeuw al Arab type! Zo weinig lezers kunnen er dus toch ook weer niet geweest zijn, ook al was het boeken kopende publiek sowieso nogal beperkt. (5ooo mensen, stelt Lesley Sharpe in The Classical Age of German Literature, 1740-1815.)

2. Hoeveel talen had iemand kunnen leren in Italië in de tweede helft van de 15e eeuw?

Voltaire schrijft sceptisch over de mythische talenkennis van Pico della Mirandola:

On dit qu'a l'âge de dix-huit ans, il savait vingt-deux langues. Cela n'est certainement pas dans le cours ordinaire de la nature. Il n'y a point de langue qui ne demande environ une année pour bien la savoir. Quiconque dans une si grande jeunesse en sait vingt-deux, peut être soupçonné de les savoir bien mal, ou, plutôt il en sait les éléments, ce qui est ne rien savoir.

(Essai sur les mœurs et l'esprit des nations, vol. II, tome XII, chap. CIX)

Daar heeft Monsieur Arouet helemaal gelijk in. Maar los daarvan, in hoeveel talen zouden er boeken en leraren voorhanden zijn geweest? Duits, Frans, Engels, Spaans, Portugees, Grieks, Latijn, Hebreeuws, Arabisch, daar kan ik nog wel inkomen, hoewel niet allemaal tegelijk op een plaats. Maar verder? Welke Rus of Pers of Pool of Turk loopt er toevallig in Bologna of Modena of Firenze rond als Pico daar ook is, en heeft nog toevalliger ook een paar boeken op zak? Of koopt Lorenzo de Medici voor de gein een paar geschriften uit den vreemde die geen hond kan lezen, met vertalingen van Bijbelse teksten of zo?

Geloofwaardige of humoristische inzendingen worden beloond met een karikatuur van de inzender.