Er zijn twee ideeën waar ik al enige jaren mee rondloop, van tijd tot tijd mensen over vertel maar nooit daadwerkelijk op poten heb geprobeerd te zetten. Het zou dan ook onzin zijn ze in manifest-vorm te presenteren, al zijn het wel het soort van ideeën waarover je manifesten schrijft. Het eerste presenteer ik hier onder de pretentieuze titel Arts in Action; het tweede volgt binnenkort onder een niet minder ronkende titel.
Arts in Action
Het idee voor Arts in Action kwam bij me op in de jaren dat aan de UvA en in de Amsterdamse kraakscene het collectief Damoclash actief was, en ik tegelijkertijd de moderne muziek ontdekte. Zelf geen kraker en ook geen conservatoriumstudent, heb ik me in beide werelden nooit echt thuis gevoeld, wat niet wegneemt dat 2004-2005 een prachtig jaar was om 22 te zijn.
Damoclash organiseerde een plusminus maandelijks cultuurfestival cq open podium, eerst in pakhuis Afrika en daarna op wisselende locaties, had 'iets te maken' met de meest recente Maagdenhuisbezetting, zette debatten over de toekomst van het hoger onderwijs op poten onder de noemer Geestdrift, en bracht de nog steeds bestaande kraakgalerie Schijnheilig voort. Dit alles om cynisme, lelijkheid en rechtse politiek te bestrijden met creativiteit.
Het probleem was dat dit engagement gepaard ging met een forse dosis negativisme. Voor de goede zaak was de bier- en kraakpandenlucht nog wel te verdragen; maar het doel was eerder om een eigen vrijplaats te bevechten dan om de verbeelding aan de macht te brengen. Frasen als 'de herovering van de publieke ruimte' dienden vooral als discussion-stopper.
In NieuweMuziekstan was 'de herovering van de publieke ruimte' geen issue. Hier waren mensen - in hun eigen vrijplaats, en met bewonderenswaardige toewijding - vooral bezig met de muziek zelf. Niet met het herkauwen van oude koek, maar met het vinden van nieuwe geluiden.
En daar kleefden ook zo z'n nadelen aan. Niet zozeer dat het een in zichzelf besloten clubje was - de deur stond open voor iedereen, net als bij Damoclash, en zelfs bij de grotere concerten waren de toegangsprijzen voor jongeren bespottelijk laag - maar dat je voor elke unknown pleasure door een heleboel verveling moest heenbijten. En dat had er zeker mee te maken, dat het merendeel van de experimentele muziek vooral omwille van zichzelf gemaakt werd: het waarom speelde geen rol van belang, er werd zelfs weinig avantgarde-retoriek aan gewijd.
Wat ik in deze twee heel verschillende werelden wel geleerd heb, is om kunst concreet te zien: niet als iets wat 'geïnterpreteerd' moet worden, maar vooral iets om te doen. Iets om bij na te denken, zeker, maar dan in termen van gemotiveerd handelen, niet als een soort van 'ontraadselen' wat je als toeschouwer uiteindelijk toch maar passief houdt. En daaruit komt de slogan voort die boven dit stuk staat.
Arts in action is bedoeld als alternatief. Het doel is - inderdaad - om cynisme, lelijkheid en rechtse politiek te bestrijden met creativiteit, en de publieke ruimte te heroveren. Maar dan wel door het verspreiden van levensvreugde. Het is toegestaan om het publiek te plagen; choqueren en aanklagen mag alleen in geval van acute noodzaak. Belangrijker is, om mensen te verwonderen.
Het idee is heel eenvoudig: ga de straat op en verspreid kunst.
Pak je ezel, ga schilderen op een publieke plaats en deel de producten uit aan de omstanders. Neem een megafoon mee en declameer gedichten. Trek je klarinet, laad een toy piano op een bakfiets, charter een paar dansers.
Voorwaarde is dat er geen concessies worden gedaan aan de kwaliteit behalve omwille van de praktische uitvoerbaarheid. Het is niet verboden het publiek te behagen, wel verplicht verwondering te wekken. Het doel is niet te laten zien hoe goed je bent, maar wat je te bieden hebt te delen.
Het gaat niet om de kunst: het is maar kunst.
Die kan je zoeken in de gekste hoeken. Speur naar muzikale patronen in straatgeluiden, wijs voorbijgangers op leuke optische verschijnselen, beweeg op een dansante manier, ontwikkel een eigen stijl van kleden. Vooral: ga op onderzoek uit.
Neem jezelf niet al te serieus, maar wees wel toegewijd.
Een essentieel onderdeel van Arts in Action is opereren in groepen. Dit maakt het niet alleen makkelijker - in je eentje ben je al snel een eenzame gek, met zijn tweeën ben je aan het keten en met drie ben je een beweging - maar nodigt ook uit tot meedoen. Vorm een posse en struin rond op zoek naar plekken om de publieke ruimte te heroveren.
Omwille van de herkenbaarheid kan een dresscode nuttig zijn, die gekopiëerd kan worden door iedereen die zich wil aansluiten. Laat die dan wel stijlvol en functioneel zijn - je hoeft jezelf niet al te serieus te nemen, maar je bent geen clown.
Verwar Arts in Action niet met het uitdragen van een politieke boodschap. Engagement kan geen kwaad, maar wie denkt dat dansen politiek is is politiek naïef en gaat er ook niet beter door dansen.
Deze regels zijn er om te breken. Begin er niet aan als je er niet van jezelf al toe geneigd bent.
*
Goed, dat klinkt toch al aardig als een manifest. Of eigenlijk meer als een contactadvertentie: manifest zoekt beweging. Gezien het aantal reacties op dit weblog valt aan de effectiviteit hiervan te twijfelen. De bedoeling van deze post is dan ook vooral om eens mijn fantasiën onder woorden te brengen, in de hoop dat anderen er iets van oppikken.
En om dit rijtje disclaimers af te sluiten: nee, ik solliciteer niet naar het leiderschap van een nog op te richten beweging van Mensen Zoals Ik.
Arts in Action
Het idee voor Arts in Action kwam bij me op in de jaren dat aan de UvA en in de Amsterdamse kraakscene het collectief Damoclash actief was, en ik tegelijkertijd de moderne muziek ontdekte. Zelf geen kraker en ook geen conservatoriumstudent, heb ik me in beide werelden nooit echt thuis gevoeld, wat niet wegneemt dat 2004-2005 een prachtig jaar was om 22 te zijn.
Damoclash organiseerde een plusminus maandelijks cultuurfestival cq open podium, eerst in pakhuis Afrika en daarna op wisselende locaties, had 'iets te maken' met de meest recente Maagdenhuisbezetting, zette debatten over de toekomst van het hoger onderwijs op poten onder de noemer Geestdrift, en bracht de nog steeds bestaande kraakgalerie Schijnheilig voort. Dit alles om cynisme, lelijkheid en rechtse politiek te bestrijden met creativiteit.
Het probleem was dat dit engagement gepaard ging met een forse dosis negativisme. Voor de goede zaak was de bier- en kraakpandenlucht nog wel te verdragen; maar het doel was eerder om een eigen vrijplaats te bevechten dan om de verbeelding aan de macht te brengen. Frasen als 'de herovering van de publieke ruimte' dienden vooral als discussion-stopper.
In NieuweMuziekstan was 'de herovering van de publieke ruimte' geen issue. Hier waren mensen - in hun eigen vrijplaats, en met bewonderenswaardige toewijding - vooral bezig met de muziek zelf. Niet met het herkauwen van oude koek, maar met het vinden van nieuwe geluiden.
En daar kleefden ook zo z'n nadelen aan. Niet zozeer dat het een in zichzelf besloten clubje was - de deur stond open voor iedereen, net als bij Damoclash, en zelfs bij de grotere concerten waren de toegangsprijzen voor jongeren bespottelijk laag - maar dat je voor elke unknown pleasure door een heleboel verveling moest heenbijten. En dat had er zeker mee te maken, dat het merendeel van de experimentele muziek vooral omwille van zichzelf gemaakt werd: het waarom speelde geen rol van belang, er werd zelfs weinig avantgarde-retoriek aan gewijd.
Wat ik in deze twee heel verschillende werelden wel geleerd heb, is om kunst concreet te zien: niet als iets wat 'geïnterpreteerd' moet worden, maar vooral iets om te doen. Iets om bij na te denken, zeker, maar dan in termen van gemotiveerd handelen, niet als een soort van 'ontraadselen' wat je als toeschouwer uiteindelijk toch maar passief houdt. En daaruit komt de slogan voort die boven dit stuk staat.
Arts in action is bedoeld als alternatief. Het doel is - inderdaad - om cynisme, lelijkheid en rechtse politiek te bestrijden met creativiteit, en de publieke ruimte te heroveren. Maar dan wel door het verspreiden van levensvreugde. Het is toegestaan om het publiek te plagen; choqueren en aanklagen mag alleen in geval van acute noodzaak. Belangrijker is, om mensen te verwonderen.
Het idee is heel eenvoudig: ga de straat op en verspreid kunst.
Pak je ezel, ga schilderen op een publieke plaats en deel de producten uit aan de omstanders. Neem een megafoon mee en declameer gedichten. Trek je klarinet, laad een toy piano op een bakfiets, charter een paar dansers.
Voorwaarde is dat er geen concessies worden gedaan aan de kwaliteit behalve omwille van de praktische uitvoerbaarheid. Het is niet verboden het publiek te behagen, wel verplicht verwondering te wekken. Het doel is niet te laten zien hoe goed je bent, maar wat je te bieden hebt te delen.
Het gaat niet om de kunst: het is maar kunst.
Die kan je zoeken in de gekste hoeken. Speur naar muzikale patronen in straatgeluiden, wijs voorbijgangers op leuke optische verschijnselen, beweeg op een dansante manier, ontwikkel een eigen stijl van kleden. Vooral: ga op onderzoek uit.
Neem jezelf niet al te serieus, maar wees wel toegewijd.
Een essentieel onderdeel van Arts in Action is opereren in groepen. Dit maakt het niet alleen makkelijker - in je eentje ben je al snel een eenzame gek, met zijn tweeën ben je aan het keten en met drie ben je een beweging - maar nodigt ook uit tot meedoen. Vorm een posse en struin rond op zoek naar plekken om de publieke ruimte te heroveren.
Omwille van de herkenbaarheid kan een dresscode nuttig zijn, die gekopiëerd kan worden door iedereen die zich wil aansluiten. Laat die dan wel stijlvol en functioneel zijn - je hoeft jezelf niet al te serieus te nemen, maar je bent geen clown.
Verwar Arts in Action niet met het uitdragen van een politieke boodschap. Engagement kan geen kwaad, maar wie denkt dat dansen politiek is is politiek naïef en gaat er ook niet beter door dansen.
Deze regels zijn er om te breken. Begin er niet aan als je er niet van jezelf al toe geneigd bent.
*
Goed, dat klinkt toch al aardig als een manifest. Of eigenlijk meer als een contactadvertentie: manifest zoekt beweging. Gezien het aantal reacties op dit weblog valt aan de effectiviteit hiervan te twijfelen. De bedoeling van deze post is dan ook vooral om eens mijn fantasiën onder woorden te brengen, in de hoop dat anderen er iets van oppikken.
En om dit rijtje disclaimers af te sluiten: nee, ik solliciteer niet naar het leiderschap van een nog op te richten beweging van Mensen Zoals Ik.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten