voor Matthijs Ponte
1. Poëzie is een rudiment.
Het is als geheugensteun verdrongen door de schriftcultuur, als communicatievorm door de roman, als uiting van persoonlijke gevoelens en ervaringen uitgeput. We hebben geen rijm en vers meer nodig om iets te onthouden als we het ook kunnen opschrijven, geen epische vorm meer nodig om een verhaal te vertellen als je het ook in een boek kunt doorbladeren, en in versvorm lijken alle gevoelens en ervaringen op elkaar.
2. We kunnen het toch niet laten.
Prosodie, ritme, rijm, associatie, metaforen, metonymen, anomaal taalgebruik en de rest van de dichterlijke gereedschapskist zijn deel van het taalvermogen van iedere competente spreker. Als we niet onze woorden wisten te kiezen, geen gevoel hadden voor le mot juste, met een woord niet meer konden zeggen dan de letterlijke betekenis, zouden we helemaal niet productief kunnen redeneren. En ons brein genereert vanzelf al een hoop nieuwe, half toevallige taalcombinaties. Het grootste deel van ons taalgebruik is inner speech. Dat wil eruit.
dinsdag 14 december 2010
zondag 12 december 2010
zaterdag 11 december 2010
donderdag 2 december 2010
Abonneren op:
Posts (Atom)