maandag 17 januari 2011

Young-Hae Chang Heavy Industries

Hard//hoofd online tijdschrift voor kunst en journalistiek, 17 januari

Al jaren word ik gefascineerd door de visuele impact die woorden maken, simpelweg omdat het woorden zijn. Poëziebundels koop ik niet en poëzieavonden bezoek ik hoogstens bij wijze van antropologisch veldwerk, maar hang een tekst in blokletters op en mijn aandacht heb je. Ik herinner me een bord op een Frans station, voie A, met een gigantische rode A, of het bord van een demonstrerende PVV’er: vrijheid JA, terreur NEE, in blauwe en rode blokletters - en ik lees, zoals zovele Amsterdammers, aandachtig de graffitikunst van Laser 3.14, al zijn de teksten meestal niet eens zo verschrikkelijk boeiend. We kunnen nou eenmaal niet laten om met woorden te spelen, zo zitten onze hersenen in elkaar. Die van mij in ieder geval.

Young-Hae Chang heeft vermoedelijk dezelfde fascinatie. Samen met Mark Voge is hij het kunstenaarsduo Young-Hae Chang Heavy Industries, die hectische, up-tempo video’s maken met alleen regels tekst en jazzmuziek op de achtergrond. De verhalen die in die video’s verteld worden zijn doorgaans absurd: zo is Das Erwachen der Mongoliden een variatie op Kafka’s Verwandlung waarin de verteller met een kater wakker wordt en er gaandeweg achter komt dat hij een Koreaan geworden is (“Wat is er met mijn gezicht gebeurd? Mijn neus is plat en mijn ogen zijn dicht, het lijkt wel alsof iemand me in elkaar geslagen heeft”) en houdt de grote leider Kim Jong-Il een toespraak over de zegeningen van orale sex in een communistische heilstaat in Cunnilingus in North Korea.


Anders dan de om weg te klikken zo trage webpoëzie van Tonnus Oosterhoff gaan de video’s op een tempo dat je het nauwelijks nog kunt volgen – maar het geeft niet als je een paar woorden mist, want het is een grote aaneenschakeling van absurdistisch geouwehoer die het behalve op een website ook goed doet in een museum. Dat gebeurt dan ook: ze zijn geëxposeerd in o.a. Centre Pompidou en Tate Modern. Maar hun natuurlijke biotoop is toch het internet. Zowel de site als de video’s zijn intens low-tech: Chang en Voge zijn trouw gebleven aan de technische vereisten van internetkunst eind jaren negentig, en het enige visuele spektakel bestaat uit zwart-wit knipperen, verspringende regels en spelen met de tekst op de maat van de jazz.

Het is niet subliem of virtuoos, er zit geen situationistische of poststructuralistische kunstideologie achter, en er valt vooral godzijdank niks aan te interpreteren. Is het poëzie? Who cares! Als je ze een poëzieprijs zou aanbieden zouden ze hem aannemen. Maar Young-Hae Chang Heavy Industries is vooral tekst als rauw visueel materiaal, dat langs de randen van de onzin scheert en toch juist zo moeilijk te negeren is omdat het semantisch geladen is. Die Sprache feiert.

Geen opmerkingen: