woensdag 4 januari 2012

Holocaust-blingbling

Stuk dat eerder vandaag verscheen in hard//talk, en werd overgenomen door joop.nl

De gemeente Zandvoort heeft de bouw stilgelegd van een door Studio Job ontworpen “Buchenwaldhek” rond het landgoed van verzamelaar Jack Bakker, compleet met prikkeldraad, schoorstenen, een boog van crematoriumrook, en de spreuk uit het hek van Buchenwald in het Latijn.
Verguld met de gratis publiciteit kwam ontwerper Job bij DWDD uitleggen dat hij als kunstenaar “geen mooie dingen wil maken, maar vragen wil stellen”. Ter illustratie had hij een damasten tafelkleed met concentratiekampmotief meegenomen, dat het Groninger Museum had geweigerd tentoon te stellen. “Dat was voor het museum echt een breekpunt.”

Ik heb sowieso een hekel aan Dutch Design, tenminste van het dysfunctionele soort. Wat je dan krijgt is conspicuous consumption: nutteloze voorwerpen die als kunst worden gefetisjeerd, maar wel design, en dus marketable blijven. Studio Job is groot geworden door de draak te steken met functioneel ontwerp. Dat was ooit irritant op een leuke manier, maar ondertussen is het verworden tot blingbling, protserige pronkobjecten voor nare patjepeeërs. Het Buchenwaldhek is daarvan wel het dieptepunt.

Natuurlijk, in de privésfeer mag je doen wat je wil, ook als je zo nodig je huis wilt inrichten met een concentratiekamptafelkleed. (Ik kom niet eten.) Maar als je aanstootgevende objecten langs de openbare weg neerpoot, moet je kunnen uitleggen waarom. Job Smeets legt uit: de Holocaust is deel van ons culturele erfgoed en onze identiteit, er zijn toch ook Holocaustmonumenten dus waarom geen Buchenwaldhek, en wat de opdrachtgever er van vindt doet er niet toe, want een goed verzamelaar geeft je artistieke vrijheid. Sorry Job, maar dat is toch wel erg mager. Van mijn part mag je alles inzetten als artistiek onderwerp of materiaal, maar als je “vragen” wilt stellen, maak dan expliciet: wat is je vraag? En wat voor significante nieuwe informatie kan die vraag opleveren? Anders is het geen vragen maar aandacht trekken.

In feite is ‘vragen stellen’ voor Studio Job een voorwendsel om zichzelf buiten de kritiek te plaatsen. Het Buchenwaldhek is daarmee een dubbele gotspe: holocaustblingbling verkopen als “vrijheid van meningsuiting”, en je vervolgens verschuilen achter je onaantastbare kunstenaarschap. Het is niet alleen wansmaak, het is vooral debiel.

Geen opmerkingen: