Sinfonia Rotterdam & Susanna Borsch: iPad Concerto
Muziekgebouw aan 't IJ, 19 oktober
Heb ik nou een revolutie in de concertpraktijk meegemaakt,
of toch een stel gimmicks op een iPad met wat concertmuziek erbij? Gisteravond
speelde Rotterdam Simfonietta in het Muziekgebouw aan ’t IJ Rotterdam Concerto 2 – Digital Realms van
Ned McGowan, waarschijnlijk ondertussen al beter bekend als het iPad Concerto. Dat gebeurde in het kader
van de “Listen to This”-serie, die tot doel heeft een nieuwe concertervaring te
creëren door de boel te omlijsten met DJ’s, voor- en naconcerten in de hal en
op het foyerdeck en het Overschrijden van Genregrenzen. In dit geval bestond
die omlijsting o.a. uit Erik Bosgraaf die zijn altijd leuke Jimi Hendrix-act op een geëlectrificeerde piccolofluit deed onder de titel Size
doesn’t matter, en uit de presentatie van een naar verluidt baanbrekend “4D”
surround-sound-systeem, dat mij even Siberisch liet als eerder de Wave Field Synthesis. Maar het gaat nu
even niet om die omlijsting, en eigenlijk ook niet om de muziek van het iPad Concerto zelf. Het gaat om het
concept: een concert voor orkest en iPad.
Het concept is simpel uitgelegd. Op de Apple store kun je
allerhande apps kopen om muziek mee te maken. Zo heb je een app met virtuele
klankschalen, een app waarop je kunt scratchen,
en een synthesizer-app waarop je ook dingen kunt die op een gewone synthesizer
niet kunnen, zoals glissando en de toetsen aanwrijven als een snaar. Er zit
volgens Ned ook ontzettend veel rubbish tussen, en zelfs van de acht gekozen
apps is de geluidskwaliteit niet altijd cutting edge, maar de iPad heeft
onmiskenbare voordelen: je kunt met een paar swipes wisselen tussen de verschillende toepassingen, het neemt
minder ruimte in dan een synthesizer + draaitafel + set klankschalen, sommige
apps hebben überhaupt geen materiële tegenhanger en kun je nog het best
omschrijven als “interactieve grafische partituur”, en anders dan de gangbare
live electronica is het volkomen transparant wat er gebeurt. Je zou het bij
wijze van spreken thuis kunnen doen.
Natuurlijk is de praktijk niet zo simpel. Wat Susanna Borsch
op de iPad laat zien is tamelijk virtuoos – maar toch op een heel andere manier
virtuoos dan wat ze normaal doet op de blokfluit. (Het stuk is oorspronkelijk geschreven voor Neds vrouw, de pianiste Keiko Shichijo, dus blijkbaar gaat het meer om dat je musicus bent dan welk instrument je speelt.) Het helpt dat we via een
camera over Susanna's schouder kunnen meekijken. Zo zien we haar vingers over een
soort van tweedimensionaal toetsenbord gaan, kringen creëren die op elkaar
botsen, een sinustoon omhoog en omlaag swipen. Ronduit verbluffend is het als
ze opnamen van de individuele orkestleden op het scherm resamplet: hetzelfde procedé dat Jaap Drupsteen eind jaren ’90 in
briljante muziekvideo’s voor de VPRO
toepaste onder de titel Het oog als oor, maar dan met een paar tikken op het touchscreen. Paradoxaal genoeg zegt dat meer
over hoe de muziek tot stand komt dan wanneer je naar een conventioneel
instrument kijkt: niet dat je weet hoe de app nou eigenlijk computationeel
werkt, maar er is niks mysterieus aan, je toetst ergens en dan krijg je die
klank.
Van die klank, zoals gezegd, moet je het niet altijd hebben.
Van Rotterdam Concerto 2 blijft
vermoedelijk niet veel over op de radio. Veel van de synthesizerklanken klinken toch wel heel erg naar synthesizer, de
digitale klankschalen zijn toch wat fletser dan echte klankschalen, de sinusoïden
doen vooral denken aan Darmstadt jaren 50. Maar de vraag is vooral: is dit een
nieuw pad om in te slaan? Scheppen de iPad en zijn opvolgers mogelijkheden om
een nieuw soort repertoire op te bouwen, of wordt dat al snel een gimmick?
In het echte leven zijn de apps die Ned gebruikt inderdaad
gimmicks. Je speelt er wat mee en na een uurtje ben je er op uitgekeken. Rotterdam Concerto 2 geeft ze een flinke
upgrade door ze in de concertzaal centraal te zetten. De verdere orkestratie is
tamelijk ornamenteel en dient vooral om de solist te laten vlammen; van een
volwaardig duel tussen solist en orkest zoals in een romantisch vioolconcert is
geen sprake. Maar zonder die orkestratie zou er ook geen concertervaring zijn,
alleen iemand die op het podium met wat apps aan het pielen is.
Een verwant
probleem, aangestipt door Arie Altena in het nagesprek, is dat de iPad
feitelijk geen instrument is: je zou volgens Arie eerder kunnen spreken van een
concert voor touchscreen, software en orkest. Er zijn in de electronische
muziek tal van voorbeelden van musici die via sampling tegen zichzelf spelen –
denk aan Boulez’ Dialogue de l’arbre
double – maar ook dat is geen “duet” in de klassieke zin. Die electronica
blijft doorgaans in de coulissen, en wat daar precies gebeurt blijft voor de
luisteraar een raadsel. Rotterdam
Concerto 2 keert dat om en creëert zo wellicht niet alleen een nieuwe rol
voor een gadget van de firma Apple, maar voor de electronica in de concertzaal
in het algemeen.
Al jaren zeur ik dat in de hedendaagse muziek nog altijd een
cultus van virtuositeit en sublieme muzikale ervaring bestaat – die in andere
kunstvormen allang passé is. Zelfs de fluxus-esthetiek van John Cage en de
losse noten van Giacinto Scelsi zijn in die cultus opgenomen; het minimalisme
en de crossover hebben haar niet kunnen doorbreken. De komst van de electronica
in de naoorlogse avantgarde heeft die cultus in bepaalde opzichten nog versterkt:
denk aan de IRCAM- tovenarij bij Explosante-Fixe van Boulez of de werken die Tristan Murail sinds begin jaren ’80 maakt.
Muziek-apps zijn in vergelijking daarmee radicaal democratisch: de meeste zijn
voor een paar eurootjes te downloaden en spelen maar. Je zou het kunnen
vergelijken met de de-skilled benadering
die de laatste decennia steeds dominanter is geworden aan kunstacademies,
waarbij je geen artistieke vaardigheden meer leert, maar een manier van denken
en werken. Niet dat we nu het begin van de de-skilled muziekpraktijk hebben gezien – Rotterdam Concerto 2 is wat virtuositeit betreft meer klassiek dan fluxus. Maar het laat zich makkelijker voorstellen dat de yuppen boven hun tablets riedeltjes gaan maken, dan dat de bakkersjongens achter hun handkarren alsnog de muziek van Schönberg gaan
fluiten.
Vooralsnog weet ik dus nog niet wat ik van het iPad Concerto moet denken. Misschien moet ik zelf ook maar eens zo’n ding kopen, hoe diep ik ook de Apple-cultus haat en gadgets in het algemeen. Je kunt er ook heel leuk op tekenen.
zondag 21 oktober 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten