zondag 21 oktober 2012

Revolutie of gimmick?

Sinfonia Rotterdam & Susanna Borsch: iPad Concerto
Muziekgebouw aan 't IJ, 19 oktober


Heb ik nou een revolutie in de concertpraktijk meegemaakt, of toch een stel gimmicks op een iPad met wat concertmuziek erbij? Gisteravond speelde Rotterdam Simfonietta in het Muziekgebouw aan ’t IJ Rotterdam Concerto 2 – Digital Realms van Ned McGowan, waarschijnlijk ondertussen al beter bekend als het iPad Concerto. Dat gebeurde in het kader van de “Listen to This”-serie, die tot doel heeft een nieuwe concertervaring te creëren door de boel te omlijsten met DJ’s, voor- en naconcerten in de hal en op het foyerdeck en het Overschrijden van Genregrenzen. In dit geval bestond die omlijsting o.a. uit Erik Bosgraaf die zijn altijd leuke Jimi Hendrix-act op een geëlectrificeerde piccolofluit deed onder de titel Size doesn’t matter, en uit de presentatie van een naar verluidt baanbrekend “4D” surround-sound-systeem, dat mij even Siberisch liet als eerder de Wave Field Synthesis. Maar het gaat nu even niet om die omlijsting, en eigenlijk ook niet om de muziek van het iPad Concerto zelf. Het gaat om het concept: een concert voor orkest en iPad.



Het concept is simpel uitgelegd. Op de Apple store kun je allerhande apps kopen om muziek mee te maken. Zo heb je een app met virtuele klankschalen, een app waarop je kunt scratchen, en een synthesizer-app waarop je ook dingen kunt die op een gewone synthesizer niet kunnen, zoals glissando en de toetsen aanwrijven als een snaar. Er zit volgens Ned ook ontzettend veel rubbish tussen, en zelfs van de acht gekozen apps is de geluidskwaliteit niet altijd cutting edge, maar de iPad heeft onmiskenbare voordelen: je kunt met een paar swipes wisselen tussen de verschillende toepassingen, het neemt minder ruimte in dan een synthesizer + draaitafel + set klankschalen, sommige apps hebben überhaupt geen materiële tegenhanger en kun je nog het best omschrijven als “interactieve grafische partituur”, en anders dan de gangbare live electronica is het volkomen transparant wat er gebeurt. Je zou het bij wijze van spreken thuis kunnen doen.

Natuurlijk is de praktijk niet zo simpel. Wat Susanna Borsch op de iPad laat zien is tamelijk virtuoos – maar toch op een heel andere manier virtuoos dan wat ze normaal doet op de blokfluit. (Het stuk is oorspronkelijk geschreven voor Neds vrouw, de pianiste Keiko Shichijo, dus blijkbaar gaat het meer om dat je musicus bent dan welk instrument je speelt.) Het helpt dat we via een camera over Susanna's schouder kunnen meekijken. Zo zien we haar vingers over een soort van tweedimensionaal toetsenbord gaan, kringen creëren die op elkaar botsen, een sinustoon omhoog en omlaag swipen. Ronduit verbluffend is het als ze opnamen van de individuele orkestleden op het scherm resamplet:  hetzelfde procedé dat Jaap Drupsteen eind jaren ’90 in briljante muziekvideo’s  voor de VPRO toepaste onder de titel Het oog als oor, maar dan met een paar tikken op het touchscreen. Paradoxaal genoeg zegt dat meer over hoe de muziek tot stand komt dan wanneer je naar een conventioneel instrument kijkt: niet dat je weet hoe de app nou eigenlijk computationeel werkt, maar er is niks mysterieus aan, je toetst ergens en dan krijg je die klank.



Van die klank, zoals gezegd, moet je het niet altijd hebben. Van Rotterdam Concerto 2 blijft vermoedelijk niet veel over op de radio. Veel van de synthesizerklanken klinken toch wel heel erg naar synthesizer, de digitale klankschalen zijn toch wat fletser dan echte klankschalen, de sinusoïden doen vooral denken aan Darmstadt jaren 50. Maar de vraag is vooral: is dit een nieuw pad om in te slaan? Scheppen de iPad en zijn opvolgers mogelijkheden om een nieuw soort repertoire op te bouwen, of wordt dat al snel een gimmick?

In het echte leven zijn de apps die Ned gebruikt inderdaad gimmicks. Je speelt er wat mee en na een uurtje ben je er op uitgekeken. Rotterdam Concerto 2 geeft ze een flinke upgrade door ze in de concertzaal centraal te zetten. De verdere orkestratie is tamelijk ornamenteel en dient vooral om de solist te laten vlammen; van een volwaardig duel tussen solist en orkest zoals in een romantisch vioolconcert is geen sprake. Maar zonder die orkestratie zou er ook geen concertervaring zijn, alleen iemand die op het podium met wat apps aan het pielen is.
Een verwant probleem, aangestipt door Arie Altena in het nagesprek, is dat de iPad feitelijk geen instrument is: je zou volgens Arie eerder kunnen spreken van een concert voor touchscreen, software en orkest. Er zijn in de electronische muziek tal van voorbeelden van musici die via sampling tegen zichzelf spelen – denk aan Boulez’ Dialogue de l’arbre double – maar ook dat is geen “duet” in de klassieke zin. Die electronica blijft doorgaans in de coulissen, en wat daar precies gebeurt blijft voor de luisteraar een raadsel. Rotterdam Concerto 2 keert dat om en creëert zo wellicht niet alleen een nieuwe rol voor een gadget van de firma Apple, maar voor de electronica in de concertzaal in het algemeen.

Al jaren zeur ik dat in de hedendaagse muziek nog altijd een cultus van virtuositeit en sublieme muzikale ervaring bestaat – die in andere kunstvormen allang passé is. Zelfs de fluxus-esthetiek van John Cage en de losse noten van Giacinto Scelsi zijn in die cultus opgenomen; het minimalisme en de crossover hebben haar niet kunnen doorbreken. De komst van de electronica in de naoorlogse avantgarde heeft die cultus in bepaalde opzichten nog versterkt: denk aan de IRCAM- tovenarij bij Explosante-Fixe van Boulez of de werken die Tristan Murail sinds begin jaren ’80 maakt. Muziek-apps zijn in vergelijking daarmee radicaal democratisch: de meeste zijn voor een paar eurootjes te downloaden en spelen maar. Je zou het kunnen vergelijken met de de-skilled benadering die de laatste decennia steeds dominanter is geworden aan kunstacademies, waarbij je geen artistieke vaardigheden meer leert, maar een manier van denken en werken. Niet dat we nu het begin van de de-skilled muziekpraktijk hebben gezien – Rotterdam Concerto 2 is wat virtuositeit betreft meer klassiek dan fluxus. Maar het laat zich makkelijker voorstellen dat de yuppen boven hun tablets riedeltjes gaan maken, dan dat de bakkersjongens achter hun handkarren alsnog de muziek van Schönberg gaan fluiten.

Vooralsnog weet ik dus nog niet wat ik van het iPad Concerto moet denken. Misschien moet ik zelf ook maar eens zo’n ding kopen, hoe diep ik ook de Apple-cultus haat en gadgets in het algemeen. Je kunt er ook heel leuk op tekenen.

Geen opmerkingen: