Dit artikel ontstond naar aanleiding van een residentieproject van het Vlaams-Nederlands Huis deBuren in samenwerking met de Stichting Biermans-Lapôtre, en verscheen eerder in Rekto:Verso nr 59.
Muziek op een sokkel
Ik gebruik nooit audiotours. Ik wil gewoon tekst. Audiotours gaan te langzaam, ze kunnen minder goed complexe informatie overbrengen en ze dringen je vaak ook nog een bepaald parcours op. Het enige voordeel is dat je tegelijk de toelichting kunt horen en het object bekijken, maar verder is het mij een raadsel waarom die dingen ooit zo’n opmars hebben gemaakt in het museumwezen. Tenzij je in een muziekmuseum bent natuurlijk. Dan is het plotseling een heel ander verhaal.
Nu zijn er niet zoveel muziekmusea. In Nederland kom je niet verder dan het Pianola Museum en Museum Speelklok. In Brussel staat het MIM, een museum dat gezegend is met een naam die in verschillende talen een afkorting voor muziekinstrumentenmuseum is. Die musea vallen allemaal onder de noemer ‘sympathiek’. Het Pianola Museum is een klein liefdeswerk aan de Jordaan dat alleen op zondagmiddag open is, maar een bont programma aan concerten brengt, van pianolajazz tot onspeelbare avant-gardepartituren toe. Museum Speelklok is een oude kerk in Utrecht, tot de nok gevuld met muziekautomaten van alle tijden. Het MIM bezet vier verdiepingen van een artnouveaupaleis op de Kunstberg met een labyrint aan historische instrumenten. Fijne plekken, maar het zijn geen Rijksmusea van de Muziek, zoals die er wel zijn van volkenkunde, oudheden, biologie, wetenschap en techniek, geneeskunde en luchtvaart.