Ik hoorde dit een meisje vandaag zeggen op de fiets: "Dat was echt té niet goed, zeg maar". Voor gevoelige zielen zal dat een gruwel van poldernederlands zijn, maar voor taalvogelaars is het een intrigerend voorbeeld van doelbewust anomaal taalgebruik.
Syntactisch: Natuurlijk weet het meisje in kwestie dat "te niet goed" geen grammaticaal welgevormde zin is - "te" wordt gevolgd door een bijwoord of bijvoeglijk naamwoord - maar ze behandelt "niet-goed" als een samengestelde term, de inverse van goed.
Semantisch: Bovendien is niet goed een eufemisme - als je dat zegt bedoel je eigenlijk "slecht", maar je zegt 't niet. Het voorvoegsel "te" duidt een exces aan, terwijl het niet mogelijk is om een eigenschap excessief niet te hebben: je hebt iets niet 'teveel niet', hoogstens 'totaal niet'. Door nu niet goed puur formeel op te vatten, ironiseert de spreekster eufemistisch taalgebruik.
Pragmatisch: De constructie "té x", met accent, heeft een lage sociale status: ze is vooral in zwang in de niet-sophisticated jongerencultuur. Zowel eufemistisch als formeel-logisch taalgebruik is daarentegen typisch highbrow. De spreekster overschrijdt hier dus een grens tussen hoge en lage taalcultuur, en steekt de draak met beiden.
't Was trouwens best een mooi meisje, waarom denk je anders dat ik zo geïnteresseerd luister naar dat gebabbel.
woensdag 23 december 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
2 opmerkingen:
Weet je nog waar je fietste? Ik heb een heel sterk vermoeden dat ik dat meisje was!
Jawel. Langs het Tropenmuseum, in de bocht van de Mauritskade naar de Linnaeussstraat.
[Sorry voor de late reactie, ik blijk de auto-alerts te hebben uitgeschakeld].
Een reactie posten