zondag 26 oktober 2014

Optisch gedicht


De handen van Wilbert de Joode

Vanavond gezien in Doek @ Zaal 100, Amsterdam


De handen van Wilbert de Joode
die op de bas speelt
en trommelt
schuiven over de snaren
met grote
gravende knoken.

Het zijn handen waarmee
je ooit
kolen zou graven uit bergen.
Ze houden de strijkstok
vast als een slachtmes.

Stof stuift op.
De handen van Wilbert de Joode
schuiven over de snaren.

maandag 20 oktober 2014

Much ado about Ablaut and Umlaut

Previously in Shells and Pebbles



In the Summer of 1829, Franz Bopp and August Wilhelm von Schlegel quarreled about Sanskrit sound shifts. They quarreled so badly it ended their correspondence, and they never met again.

They were, at that point, the first two professors of Sanskrit, in Germany and elsewhere. Their friendship dated back from 1814, when Bopp, though twenty years younger, had helped Schlegel with his Sanskrit studies. Bopp had gone to Paris in his early twenties to learn the language, just like August Wilhelm’s younger (and wilder) brother Friedrich had done before. August, at that point already a literary figure of renown and the consort of Madame de Staël, had followed after Napoleon’s exile, and rushed off again when Napoleon returned. Now that both had landed a professorship, the break was probably inexorable: Schlegel was older and famous, but Bopp was evidently the better linguist. Schlegel was no longer in a position to be condescendingly nice and benign.

In his final letter to Bopp, Schlegel writes:
Was Übrigens den Inhalt Ihres Schreibens betrifft, so werden Sie mir verzeihen, wenn ich künftig briefliche Erörterungen über diese Gegenstände vermeide; weil, wie ich sehe, vertrauliche Mittheilungen Ihnen unwillkommen sind, sobald eine Divergenz der Meynungen hervortritt. Was man durch den Druck dem Publikum übergeben hat, fällt ohnehin mit unsrer eignen Zustimmung der öffentlichen wissenschaftlichen Prüfung anheim.[1]
In the same letter, the appellation shifts from “Hochgeehrter Herr und Freund” to a frosty “Ew. Wohlgeboren”. Apparently Schlegel did not realize how arrogant his previous letter had been, in which he had criticized Bopp’s Sanskrit grammar. (Heinrich Heine describes him as almost ridiculously vain.[2]) Now it is very sad that they quarreled and stopped being friends, but the reasons why are interesting.

zaterdag 11 oktober 2014

Live drawing @ Participation on Trial

Participation on Trial, 10-11 October
Doopsgezinde Kerk & Castrum Peregrini, Amsterdam


Drawings I made as a 'court artist' during the conference Participation on Trial, which discussed questions around participatory art in the form of a mock trial against 'the prevailing paradigm' in the contemporary art world and its public institutions. In the end, the judgement was that 'the prevailing paradigm' was indeed guilty of all charges, except that the accused could not be found, because no one knew what it was. According to the defense, this meant that the trial was a farce; according to the jury, it meant that we are all guilty.

The Judge
The Prosecutor




zondag 5 oktober 2014

Running

Thoughts while running in the Amsterdamse Bos yesterday (13,6k in 55:53'). I know it's not bad for a training, but I distinctly remember running the same track 3-4 minutes faster.

vrijdag 3 oktober 2014

What books are made of

“What Books are made of. Scholarship and Intertextuality in the History of the Humanities”, in R. Bod, J. Maat & T. Weststeijn (eds.), The Making of the Humanities. Vol. III: The Modern Humanities (Amsterdam University Press 2014)

There is probably no greater joy in scholarship than seeing your first published academic article, in print. This is what happened last night. For a short abstract:

This paper focuses on different types of intertextuality to arrive at a new way of analyzing developments in scholarly method in the humanities. I argue that changing patterns of intertextuality (such as editing, extension, compilation, reference, and citation) are revelatory of changing styles of reasoning. Studying practical and conceptual shifts through types of intertextuality therefore opens a new perspective on the relation between scholarly ideals and practices.
You can find the article here and the full volume (open access) here. It all started with a way-too-long blog post written in a frantic gust of inspiration in May 2012.


Kleedkamerlucht en verschrompelde piemels

Vandaag in hard//hoofd


Hardlopen is een sport voor mensen die niet van teams houden. Toch zie je steeds vaker groepjes mensen trainen in het park na werktijd, maar dat heeft dan ook meer met afvallen dan met hardlopen te maken. Serieus trainen kan eigenlijk alleen met iemand die min of meer jouw tempo heeft. Tijdens een wedstrijd is er wel een soort van verbondenheid met gelijkgezwinden, maar toch zul je ze op een gegeven moment achter je laten of aan de horizon zien verdwijnen. Het paradoxale is dat je die verbondenheid het sterkst voelt met de persoon die kilometerslang voor je uit loopt en dat niet doorheeft. En waar voetballers hun doelpunten op kinderlijk ontroerende wijze met elkaar vieren, beleeft de hardloper zijn meest intense momenten alleen, als de zon opkomt in de polder of als de straatlichten aangaan in de schemering.

De kleedkamer na een hardloopwedstrijd is een rare grijze zone, gehuld in muffe kleedkamerlucht. Iedereen heeft net zijn eigen fysiek en emotioneel heftige ervaring gehad en verdwijnt dan in een grauw hok om weer in zijn dagelijkse zelf te veranderen. Gejuich en stoere verhalen zul je er niet horen. Tenminste niet van mensen die voorop lopen, want die komen een voor een binnendruppelen in een nog lege kleedkamer en bezien hun prestaties nuchter. Het wordt wel gezelliger als de grote middenmoot binnenkomt, trots dat ze überhaupt 10 of 15 km hebben uitgelopen, maar dan ben ik meestal al weg.