vandaag in hard//hoofd
Jacques-Louis David, Le Serment du Jeu de Paume (1791)
Het was fascinerende televisie, de livestream uit het Maagdenhuis
afgelopen woensdag. Niet eens zozeer omdat het Maagdenhuis bezet werd;
want zodra je eenmaal binnen bent, bestaat een bezetting vooral uit
eindeloos wachten en praten. Ook niet omdat bestuursvoorzitter Louise
Gunning live op een beschaafde manier vernederd werd; wat verwacht je
anders, als je tegenover een paar honderd mensen die je aftreden eisen
geen andere boodschap hebt dan of ze alsjeblieft weg willen gaan, en
zonder tekst zit als ze dat niet doen? Maar het was fascinerend om te
zien hoe er ter plekke een democratie in elkaar geknutseld werd,
compleet met voorzitters, een gebarentaal om verschillende vormen van
spreektijd aan te vragen, de efficiënte stemvorm van ‘temperatuur
peilen’, en de ‘menselijke microfoon’. Dit alles in steenkolenengels,
zodat de eventuele internationale student niet zou worden uitgesloten.
‘You have to respect the rules of our General Assembly’, kreeg Louise
Gunning te horen. Naderhand excuseerde de voorzitter zich voor de camera
dat het allemaal zo rommelig ging. Die excuses waren niet nodig; ze
hadden duidelijk praktijkervaring opgedaan de voorafgaande dagen in het
Bungehuis.
Wat je in feite zag, in de non-discussie met Louise en in de beter
geslaagde interventie van Van der Laan later die avond, was een
confrontatie tussen twee opvattingen van democratie. Van der Laan beriep
zich op procedures en de rechtsstaat; dingen die je, hoe je het ook
wendt of keert, inderdaad nodig hebt om beleid te maken, maar die je
niet moet verwarren met het democratisch proces zelf. De bezetters
daarentegen creëerden hun eigen bubbel; besluiten worden genomen binnen
de vergadering en binnen de vergadering is iedereen gelijk.
Potentieel zijn er weinig dingen zo ondemocratisch als directe
democratie. En wel om twee redenen. Ten eerste omdat het niet verder
reikt dan de plek waar je vergadert; niemand heeft een mandaat, niemand
is verantwoordelijk, en alleen mensen die niet te veel andere
verplichtingen hebben houden het vol. En ten tweede juist omdat alle
meningen gelijk zijn. De groepsdruk is gigantisch en feitelijke
onderbouwing is minder belangrijk dan inspraak. Zo wordt directe
democratie makkelijk de dictatuur van de grootste mond. Dat zijn twee
van de dingen die fout zijn gegaan bij Occupy.
De Maagdenhuisbezetters hebben daar lering uit getrokken. Ze hebben
niet alleen hun debatregels afgekeken bij Occupy, maar ook de
doelbewuste doelloosheid van Occupy vermeden. In plaats van op een plein
kwaad te zitten zijn op Het Systeem, hebben ze zes heldere eisen
geformuleerd, daarin niet alleen de problemen van studenten maar ook
die van docenten betrokken, en die naar één concrete instantie – het CvB
– gericht. Het Systeem bestaat namelijk niet uit geïndoctrineerde
slaven van het Neoliberalisme maar uit mensen die binnen hun
handelingsmogelijkheden redelijk rationele afwegingen maken. De reactie van het CvB
– daar gaan wij niet over, dat is al besloten, en daarover wordt nog
overlegd – doet vooral de vraag rijzen: maar wat besturen jullie dan?
Die vraag zou je ook kunnen terugkaatsen naar de bezetters. De zes
punten lijken allengs versmald tot een kernpunt: democratisering. Dat is
heel zinvol want al sinds ik in 2000 begon met studeren hoor ik mensen
klagen over bureaucratisering, verschoolsing, geldverslindende
nieuwbouwplannen en publicatiedruk. Blijkbaar is er een democratisch
tekort: de inspraakorganen hebben daar niks tegen gedaan of kunnen doen,
en alles waar de Maagdenhuisbezetting van 2005 tegen protesteerde is
toch doorgevoerd of erger geworden. Groot gelijk dat de studenten dan
opnieuw burgerlijk ongehoorzaam worden. Maar de vraag is toch: wat zou
je democratisch anders doen? De pijnlijke realiteit is dat de meeste
studenten helemaal niet zo bevlogen zijn: ze willen gewoon een goede
tijd hebben en hun toegangsbewijs voor de Betere Banen halen. Jammer dat
ze niet zo hard studeren als het CvB zou willen, maar verder zijn het
ideale klanten van de diplomafabriek.
Maar die vraag – hoe anders? – kun je evengoed doorsturen naar de
academische medewerkers. Het punt is dat universitair onderwijs maar ten
dele democratisch is: je moet je studenten behandelen als volwassen
mensen die zelf ook iets in te brengen hebben, maar als er geen scheve
kennisverhouding was, zouden de docenten helemaal geen college hoeven te
geven. En als student weet je echt bitter weinig over hoe het onderzoek
werkt.
Het is dan ook bemoedigend om te zien hoe docenten die bal oppakken. Ik doel niet op één halfseniele weirdo die zijn finest hour
heeft als Geëngageerde Docent, maar op de mensen die college komen
geven in het bezette Maagdenhuis en een sit in-vergadering over hun
eigen rol houden. Er zit, onvermijdelijk, ook een zekere valse
vertedering in: moet je die lieve studentjes nou eens dapper zien
demonstreren! Steun betuigen is nog iets anders dan een mandaat geven.
Maar het is wel de enige manier om te zorgen dat het protest geen preek
voor eigen parochie wordt.
dinsdag 3 maart 2015
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten