zondag 21 oktober 2007

Ik hou niet van poëzie, ik kan het alleen niet laten (2)

Tamira had afgezegd voor de dansvoorstelling, en bij de kassa van de Brakke Grond stond Lotte. 'Floris, wat leuk dat je komt!' Nou, ik kom eigenlijk voor de dansvoorstelling. 'Weet je het zeker? Je krijgt een vrijkaartje en twee verschillende bundels van het Liegend Konijn.' (En gratis drank, dat liet zich ook wel raden.) Pim Wiersinga had ook een goed advies: 'Nou Floris, als je voor een dansvoorstelling komt, dan moet je vooral naar die dansvoorstelling gaan.' Toen was er geen ontkomen meer aan. En zo belandde ik dus bij een poëzieavond, en zit nu voor het eerst in jaren bundels met Nederlandse poëzie te lezen.

Hoe zit dat nou? De gebruikelijke stapel probeerseltjes in de kast, mappen met 'krabbels' en 'poëtasterie' in Mijn Documenten, via de telefoon voorgedragen op het Cultureel Revolté van kraakradio Patapoe, met een megafoon The Waste Land voorgedragen in de hal van het stadhuis om te protesteren tegen de sluiting van Galerij Schijnheilig, gedichten voor minstens een half dozijn vrouwen en vijf jaar factotum bij de Schrijversvakschool. En desondanks... 'Ik hou niet van poëzie, ik kan het alleen niet laten'?
Laten we het jeugdsentiment achterwege laten. Het heeft natuurlijk wel iets te maken met volwassen worden: Ulysses lezen tijdens een slapeloze zomer en daarmee je grote plannen voor een experimentele roman een flinke knauw geven (1999); vaststellen dat je romantische bevliegingen een uit de hand gelopen grap geworden zijn, en je latin quarter hat aan de haak hangen (2001); gaandeweg uitgekeken raken op de grote modernistische dichters, en geen vervangers ervoor vinden (2002-3); twee papers over 'What Metaphors Mean' (2004, 2006) en een scriptie waarin concepten als Strong Poetry en Grundsätzliche Metaphorik der Sprache worden afgekraakt (2007). En desondanks bestaat het Michiel Leezenberg om bij mijn afstuderen te verwijzen naar mijn herkenbaar 'literaire en cultuurhistorische achtergrond', en Jacques Bos om te zeggen dat die scriptie toch wel tamelijk literair getint was. 'Ik hou niet van poëzie, ik kan het alleen niet laten' - dat is een dooddoener.

Eigenlijk is het probleem hetzelfde als met 'Geluid is muziek als het nergens toe dient'. Je kunt teksten en gesprekken opfleuren met creatief taalgebruik, je kunt er producten mee verkopen, je kunt het geheugen ermee stimuleren. Maar interessante taalconstructies zijn overal om je heen als je je oren maar spitst. Om ze dan nog eens for the hack of it in een speciaal daarvoor geschapen context van poëzieavonden en dichtbundels te gaan maken is een weinig gemotiveerde vorm van speech act. Zoiets als het navertellen van grappen, wat nooit zo grappig is als de grap zelf.
Je kunt de grammatica verknippen, doelbewuste dubbelzinnigheden erin dwingen, toevallige vondsten tot poésie trouvée verheffen en knutselen met de typografie. Net zoals je pizzicato kunt spelen op de piano, je blokfluit ringmoduleren, de inboedel van een speelgoedzaak tot percussieset degraderen of geluidspatronen uit de spraak in melodielijnen vertalen. Maar waar er bij muziek tenminste nog iets gebeurt, je lichaam op de geluiden reageert, daar bewerkstelligen die opeengestapelde woorden in het beste geval een reeks van vrije associaties.
Poëzie is beperkter dan muziek omdat het gebonden is aan betekenissen. Op zich is wat je in een enkele taal kunt uitdrukken maar een zeer beperkt deel van het beschikbare expressieve potentiëel van als woorden herkenbare klanken en tekens. Maar een losse collage van stukjes taal uit alle hoeken en gaten verliest zijn herkenbaarheid als zinsstructuur, en wordt daarmee inderdaad maar een vrijblijvende exercitie in associaties. (Zie de Cantos van Ezra Pound.) Je krijgt iets soortgelijks als je zonder melodie en toonsysteem teveel instrumenten door elkaar laat spelen, of als je teveel ingrediënten tegelijk in de pan gooit: je hoort en proeft de verschillen niet meer.

Het heeft zeker iets met Donald Davidson te maken: het idee dat metaforen, hoewel ze van woorden gemaakt zijn, letterlijk niets betekenen, en dat taal als 'a learned structure governed by shared rules and conventions' niet bestaat. Mijn kritiek op die ideeën kun je lezen in mijn scriptie en in het paper 'Davidson's Metaphors: desiderata for a theory of meaning', maar het zijn wel de twee ideeën die mijn denken over poëzie de afgelopen jaren beheerst hebben.
Ik ben er, kort gezegd, nog niet uit. Reacties, lieve bezoekers, reacties!

For the time being, hierbij nog een stukje dat ik niet kon laten.


Omwille van de grafiek van Gerd Arntz
Het lied van de montere arbeider in het jaar dat de bom viel

Met de meest hedendaagse technieken
        is de productie van staal
en springstof een bron van vreugd voor jong en oud
in nu wel meer dan 85 landen
        zoals uit de onderstaande grafiek blijkt

Professor Doktor Neurath de man van twee meter
        met vuurrood haar
zegt dat we leven in een beeldcultuur dus
wat een plaatje kan zeggen daar hoef je
        geen woorden meer aan te wijden

en beeldstatistiek heeft hij bepaald
moet in eenheden gaan niet in uitdijende plaatjes
omwille van de controleerbaarheid
zij moet begrijpelijk zijn voor de arbeider

Bim bam bim bam je suis la lumière du jour levant ENTENDS!

Hoort hoort het socialisme komt
        zingt de rails
Kijk moeder daar komt de agitproptrein

De man met de pet trekt zijn vest uit
en zet heel het machtige raderwerk STIL
De staking een vreugd voor jong en oud
Het zwijgen van de grote hoogovens vult de fabriekshal

Main burner you will burn again
when the new day comes

Langs het Landwehrkanal achter de dierentuin
Hier wurde Rosa Luxemburg tödlich verletzt
        oder bereits tot
        ins Wasser geworfen
und 100 m. weiter Karl Liebknecht

De revolutie een bron van vreugd voor jong en oud

De productie van graan
is gestegen van vijf naar zeven halmen
in de laatste vijf jaar
elke halm staat voor honderd miljoen ton graan
        Als de bom valt
                BOEM!
ontstaat in de kritische massa een kettingreactie
        waarbij de horizon rood kleurt

Aux armes, citoyens
C’est la lutte finale!

Geen opmerkingen: