donderdag 8 november 2007

Monday Match, de Suite Muziekweek en muziek als theater

Monday Match is een maandelijks 'music & dance impro lab', elke eerste maandag van de maand in het Bimhuis. Het is gratis, het is laagdrempelig, het is geïmproviseerde muziek met hilarisch misbruik van instrumenten en apparaten, met de dans is ook niks mis en bovendien kun je naderhand op diezelfde vloer zelf dansen bij dj's die blij zijn dat ze een publiek hebben voor wie ze hun eigen smaak kunnen draaien. Een betere manier om te ontdekken dat avant-garde niet eng is ken ik niet.
Er zijn meer van zulke maandelijks terugkerende events, Music / Dance 301 in OT301 en Mad Sunday in het Muiderpoorttheater. Wat ik niet begrijp is waarom er in OT301 zoveel meer mensen komen dan in het Bimhuis. Alleen omdat Music / Dance 301 op vrijdagavond is? Aan de publiciteit kan het niet liggen, want recensenten komen for some reason niet naar zulke eenspermaandjes (ook niet naar het Karnatic Lab of naar de Nieuwe Muziek Arena, bijvoorbeeld), en het Bimhuis heeft toch echt meer bandbreedte en meer plaatsen waar hun programma ligt.
Het is lastig om individuele voorstellingen van Monday Match te beschrijven. Terugkerende elementen zijn gebruiksvoorwerpen die als instrument gebruikt worden, dansers die langs de musici heen kronkelen, mime en dadataal, een afwisseling van houtenklazerige en acrobatische bewegingen, sprekende gezichtsuitdrukkingen en het prachtige avonduitzicht van het Bimhuis op de achtergrond. Natuurlijk elke keer weer nieuwe vondsten, maar het is goed dat ze het eens per maand doen, want eens per week zou saai worden. Wat Monday Match wel bijzonder maakt is dat de groep dansers en musici steeds verandert (anders dan Music Dance, maar laat je daar vooral niet door weerhouden om ze allebei te bezoeken).

Dat er niet meer mensen naar MM komen is ronduit stom. Maar er is ook iets wat het publiek dat wel komt te verwijten valt. Dat publiek bestaat namelijk voor een groot deel uit dansers. En naderhand heb je eindelijk eens dj's die iets draaien wat ze zelf leuk vinden. WAAROM wordt er dan zo weinig naderhand gedanst?
Iedereen die dit leest, doe er wat aan. Eerste maandag van de maand, Bimhuis, leuk, muziek en dans, humor en opwinding voor mensen die denken, ook geschikt voor kids, gratis, mooi uitzicht, komt allen. En neem een paar losse heupen mee.

Op het moment is ook de Suite Muziekweek gaande, waarbij jonge ensembles zichzelf presenteren aan het publiek. Blijkbaar heeft het effect als je iets een 'week' of een ' festival' noemt, en er een website bij maakt waar verder verdomd weinig opstaat, want hier zit de zaal wel vol. En terecht. Dat voordeel heeft echter een fors nadeel: wie heeft er nou weer tijd om een week lang elke avond een boeiend concert mee te maken? Ten minste, te oordelen naar de optredens van het Arte Duo en van Cora Schmeiser heb ik er spijt van dat ik Duo Bilitis en Quatsch!, Mandoleh en Brooomm! gemist heb. Als dit de toekomst van de Nederlandse muziek is, hoef ik voorlopig niet te emigreren.
Cora Schmeisers muziektheaterstuk Vier begint mystiek, met een zwevend zingend hoofd in het duister. Naarmate de verlichting sterker wordt, blijkt dat hoofd door een gat in een zwarte doek heen te zingen. Aan het einde van het eerste stuk wordt die doek naar beneden getrokken, over de zangeres heen, en omgesnoerd als een wambuis. Wat volgt is een misschien al te ijl stuk voor stem en klankschalen over de maan in de winter. Maar daarna wordt het snel levendiger. Daniël Hamburger schreef voor Schmeiser een opgewonden spreekstempartij waarvan de tekst zo begint:

Traladi
Tralalaladadidom
Tralalaladidomda tralala
    Jetzt bloss nicht still
Tralalaladidomda Tralalaladididom!
    Bloss nicht stillhalten
Tralalaladidomdididomdaditralalala!
Weiter, seiter, beiter
Weiter, seiter, beiter, kneiterauf!


en dat culmineert in de vreugdekreet alles Banane!
Wat daarop volgt is een korte cursus gifmengen met melk, limonade, witte en rode wijn waarbij voor het eerst het thema van de voorstelling Vier ter sprake gebracht wordt: de humeurenleer. Schmeiser blijkt zich behalve met dada en modern muziektheater (oa op Oerol, Crossing Border en met het Ned. Vocaal Laboratorium) ook bezig te houden met middeleeuwse en barokke zang.
Dat blijkt des te sterker in het slotstuk, waarbij een voordracht over de vier humeuren steeds meer onderbroken wordt doordat de zangeres in aria's uitbarst. Het stuk van Boudewijn Tarenskeen heet dan ook Tosca. Eine Masterclass für Sängerin und Publikum.

Goed, laten we even zeuren: Cora was een beetje schor. Dat hoorde je vooral goed bij het eerste stuk, waarbij begeleid werd door zichzelf op tape. Was soll's?

Vrijdagavond was ik in het Concertgebouw, waar het KCO stukken van Messiaen en een wereldpremière van Dalbavie speelde. Heel goed, en heel saai. Op zich kun je het die mensen niet kwalijk nemen dat ze doen waar ze goed in zijn, maar waarom zou je eigenlijk naar die absurde suikertaart aan het Museumplein gaan om te horen hoe goed het is? Speel het in voor de radio, pleur het op een cd, je verliest er misschien wat klankkwaliteit mee maar dan kan de toehoorder er tenminste naar luisteren zoals hij zelf wil, in plaats van afgeleid te worden door 2000 kunstminners en 2 uur in sacraal zwijgen afgewisseld met 10-20 obligate klapsalvo's door te brengen.

Dat verwijt raakt niet alleen het Concertgebouw. Het raakt ook avantgarde bijeenkomsten waarbij snobs met gesloten ogen het geluid ondergaan terwijl het hun oren beschadigt (ik heb er een stel meegemaakt). Of terwijl er per minuut een enkele toon valt of verschuift. Waarom zou je ergens naar toe gaan om stil te zitten en te luisteren? Van muziek die pijn doet aan je oren, zie ik sowieso het punt niet: doelbewust de pijngrens opzoeken onder het mom van 'esthetische verkenning' is geen vooruitstreven meer, maar masochistisch zelfverminken. Verstilde muziek daarentegen kan prachtig zijn, vooral als het geluid steeds weer uit andere hoeken komt. Maar als zulke desoriëntatie-effecten geen deel van het stuk zijn, kun je het beter van cd beluisteren. Dat doe ik bijvoorbeeld graag met opnames van de Barton Workshop, wiens concerten ik mijd uit angst me dood te vervelen. En bovendien heb je op cd een bonus-effect: als je niet weet of de cd al is afgelopen, en je oren spitst naar de omgevingsgeluiden om te horen of ze misschien nog uit je boxen komen.

De geïrriteerde Concertgebouwbezoeker zal wellicht vinden: als je er zo over denkt, blijf dan lekker thuis! Daar heeft de kunstminnaar gelijk in, hoewel met de juiste jongerenkorting het Concertgebouw goedkoper is dan een goede geluidsinstallatie. Maar jammer genoeg komt niet alles wat er gespeeld wordt, ook op internet, cd of radio. Dus als je wilt weten wat er te koop is, moet je wel. En om de irritatie nog wat op te voeren: neem altijd een goed boek mee, dat luistert een stuk prettiger dan onderdanig stilzitten.

Geen opmerkingen: