Voor wie het nog niet wist: de Nederlandse culturele sector, en met name de podiumkunsten, zullen in de komende jaren ophouden in hun huidige vorm te bestaan. Het is de kroniek van een aangekondigde afbraak: al tien maanden geleden, bij het aantreden van het kabinet, waren de bezuinigingen op kunst en cultuur aangekondigd, en deze maand hebben ze vorm gekregen in de beleidsnota Meer dan kwaliteit: een nieuwe visie op cultuurbeleid.
Kort samengevat komt het er op neer dat de grote musea en de grootste gezelschappen gespaard worden, maar dat de sectorinstituten (MCN, TIN) en de productiehuizen (Frascati, Korzo) worden geschrapt, de dansgezelschappen en de 'presentatie-instellingen' in de basisinfrastructuur worden gehalveerd, de fondsen voor Beeldende Kunst en Podiumkunsten effectief worden gehalveerd, de postacademische opleidingen (Jan van Eyck, Rijksacademie) gedoemd zijn en de WWIK verdwijnt. Een overzicht is te vinden op www.schadekaart.nl.
Voor niet-insiders klinkt dat niet als het einde van de wereld - gewoon minder geld. De consequenties zijn echter niet "iets minder van hetzelfde" maar het verdwijnen van een groot deel van wat het Nederlandse culturele stelsel zo uniek maakte: juist de vele kleine gezelschappen, festivals en broedplaatsen die less obvious things doen. Geschat wordt dat 5000 kunstenaars werkloos zullen worden. Natuurlijk is "werkloos" hier een rekbaar begrip - ze houden heus niet op met kunst maken, ze zullen alleen nog meer in de marge werken en nog minder kans hebben om ooit niet afhankelijk te zijn van een bijbaan. Maar de mogelijkheden die ze nu hebben, zullen er niet meer zijn. Er zal wel degelijk een wereldje verdwijnen.
De reacties zijn dan ook heftig. Afgemeten tegen het relatief kleine bedrag dat er met de bezuingingen gemoeid is - 200 miljoen - en in vergelijking met de andere bezuinigingen van dit kabinet - AOW, prepensioen, huren, persoonsgebonden budget in de zorg, studiekosten - is het aantal kwade stukken in de krant, petities en acties immens. Iedere zichzelf respecterende culturele instelling heeft een verklaring op de website gezet, hetzij omdat ze zelf verdwijnen hetzij uit solidariteit; iedere opening of prijsuitreiking gaat gepaard met een tirade of op z'n minst een sneer. En de lijst van deelnemers aan de Mars der Beschaving, die zondag van Rotterdam naar Den Haag loopt en maandag door Den Haag trekt, leest als een overzicht van de kunsten in Nederland anno 2011.
In de ongebruikelijke eensgezindheid van het publicitaire offensief zijn er een paar kritische geluiden. Cultuureconoom Hans Abbing schreef negen jaar geleden in Why are artists poor? al dat kunstsubsidies kunstenaars arm houden, omdat ze een overaanbod creëren en er sowieso al teveel mensen zijn die kunst willen maken. Letty Ranshuizen betoogde woensdag in de Volkskrant, onder de titel Ja, kunst is teveel voor ingewijden, dat het kunstbeleid inderdaad teveel bezig is geweest met de boel mooi maken:
Het zijn vooral adviseurs, makelaars, ambtenaren en medewerkers van kunstinstellingen en sectorinstituten die profiteren van de kunstsubsidies. Dat veel kunstenaars hardwerkende, bevlogen mensen zijn die nauwelijks verdienen aan hun inspanningen wordt over het hoofd gezien. Is de overhead aan imponerende gebouwen, glossy drukwerk, feestelijke openingen en premières werkelijk nodig? Kan er niet veel minder highbrow over kunst geschreven? Waarom wordt er zoveel geld besteed aan ineffectieve kunsteducatie en marketing? Zijn er echt niet meer eigen inkomsten te realiseren?En Ewald Engelen, die "nooit een geheim heeft gemaakt van zijn afkeer van dit kabinet" en dat dan ook regelmatig en scherp verwoordt, ontwaart in de Groene Amsterdammer juist in het cultuurbeleid een begin van een beleidsvisie.
De ongemakkelijke waarheid is dat het protest een oprisping is van een middenklasse die niet graag afstand doet van haar goedkope kaartjes. Of van de hippe baantjes in de gesubsidieerde cultuursector waar dochter werkt. Je wordt echt geen beter mens van zwijmelen bij Mahler.Al loop ik zelf tegenwoordig uit protest met een wit kruis op mijn jas rond, ik kan moeilijk anders dan ze op punten gelijk geven.
Subsidies hebben altijd perverse prikkels. En geld herverdelen kost geld. Ironisch genoeg is het juist de professionalisering in de cultuursector die heeft geleid tot een wildgroei aan cultuurmanagers, PR-en-communicatiemedewerkers, glossy brochures, mooie nieuwe gebouwen en gratis drank.
Ja, er wordt te veel kunst om de kunst gemaakt. Vrijwel niemand nog gelooft dat je een beter mens wordt door te zwijmelen bij Mahler (behalve een paar bejaarden in Oud-Zuid), en de contemporary art scene heeft grotendeels het idee opgegeven van avantgarde, vooruitgang in de kunst, door de kunst naar een betere wereld. Veel van de kunst die gemaakt wordt is dan ook ondergemotiveerd: fijn dat je zo toegewijd bezig bent, maar is dat ding het echt waard om een maand mee bezig te zijn? Het is een ritueel offer van tijd en geld geworden.
En inderdaad, wie gaat er tachtig euro betalen voor een avondje naar dans kijken? Ik niet.
Dat de kunstsector nu bedreigd wordt, is geen reden om opeens van kunst te gaan houden. Het is maar kunst!
Maar het is ook geen reden om dan de vloedgolf maar te laten komen. Je kunt kritisch kijken naar hoe kunstsubsidie besteed wordt - sterker nog, dat moet - maar es geht nicht ohne.
Want er wordt wel degelijk iets kapot gemaakt wat uniek in de wereld is. Niet omdat de kunst hiertenlande uniek goed is (is-ie niet). Maar omdat er nergens anders zo'n verscheidenheid aan ensembles voor nieuwe muziek is. Op weinig andere plekken zo'n scala aan danswerkplaatsen en productiehuizen. Vanwege de gekke theatermakers op locatie, in oude loodsen en op open plekken in het bos. Het is simpelweg zonde om het weg te doen. Het betekent dat het hier een stuk saaier wordt, en dat er verdomd weinig redenen zullen zijn om nog in Nederland te blijven of er naar toe te komen. Dus loop ik inderdaad met zo'n stom wit kruis op mijn jas.
Laten we het maar een schaamkruis noemen. Ikzelf profiteer inderdaad uitgebreid van gesubsidieerde kaartjes (en gratis drank). Mijn eigen baantje bij een culturele organisatie wordt gefinancieerd met Europees geld, dus ik zit hoog en droog in mijn bohémienszoldertje. Ik heb zelf nooit de toewijding kunnen opbrengen van de mensen voor wie ik nu demonstreer: de kunstenaars die willens en wetens kiezen voor een bestaan van hard werken, weinig geld en onzekere vooruitzichten. Laat ze alsjeblieft. Je hoeft het niet mooi te vinden.
[De ironie wil dat ik nu zelf kunstenaar dreig te gaan worden. Ik heb het nooit gewild, en ik wil nog steeds liever een academicus of desnoods publicist zijn die in zijn vrije tijd kunst maakt, maar het gaat wel die kant op. Maar daarover heb ik al uitgebreid geschreven in mijn Reactie op het manifest voor een nieuw kunstbegrip.]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten