zaterdag 9 juni 2012

Negen tekeningen over Popcorn

Zwerm & Mr. Probe, Popcorn, Holland Festival 2012
Bimhuis, 8 Juni

Ik had gedacht dat ik tekeningen zou maken bij zes songs van Popcorn. Toen bleken het twaalf nummers te zijn. En ik kon niet bij elk stuk iets bedenken. Dus werden het er negen.


Gregory Frateur, de zanger van Popcorn, kan ontzagwekkend hoog. Je zou haast denken dat er electronische vervorming bij komt kijken, of dat ze Anthony Hegarty hebben gekruist met Jeff Buckley. Hier zie je hem in actie bij een cover van Björk.


Het logo van Popcorn is een knalgele maiskolf, in de stijl van Andy Warhol's iconische banaan op de hoes van The Velvet Underground & Nico. Deze maiskolf is de hele avond in beeld. En violiste Marieke Berendsen draagt een al even knalgele jurk. De link is snel gelegd. Ik had alleen geen geel.


Popcorn is een project van het electrische-gitaarkwartet Zwerm, het viool-gitaarduo Mr. Probe, drummer Mattijs Vanderleen en de voornoemde Gregory Frateur (ook van Dez Mona en Daan). Met componist Serge Verstockt hebben ze gruizige covers gemaakt van zes popsongs, en zes andere componisten gevraagd daarop te reageren met nieuw werk. Hier zie je de vier magere mannen van Zwerm in actie tijdens een gitaarkwartet van Luc Houtkamp. Drie met een bril. En één met een snor.


X van Yannis Kyriakides klinkt als een muzikale verkeersopstopping. Omdat ook mijn brein door de reclame is aangetast, moet ik dan denken aan autodrop.


Drummer Mattijs Vanderleen haalt tijdens Louis Louis van Serge Verstockt een knalpot tevoorschijn. Of hoe dat ding heet, zo'n bus met een touwtje eraan. De muziek is best hallucinant. Het was even alsof er echt een donderende muis met een gele kuif achter de drums zat.


De cover van Jimi Hendrix' Crosstown Traffic begint met een groot trommelvel dat onder een microfoon gehouden wordt. En dan zet de zang in. Het is alsof Gregory Frateur als de Venus van Botticelli uit een zee van ruis geboren wordt.

 

Het valt niet mee om een project als Popcorn te bespreken. Laten we zeggen dat ze representatief zijn voor een ontwikkeling in de hedendaagse muziek, waarbij ensembles zichzelf als band presenteren en de energie van de rock combineren met de geluidsrijkdom van het moderne componeren en een heel arsenaal aan electronische piepknor. De aartsvaders van die "band-trend" zijn het New Yorkse ensemble Bang on a can. Vandaar dat ik bij het stuk van Stefan van Eycken moest denken aan een blikje en een boombox.


De cover van A little man and a house van Cardiacs loopt over in het stuk van Daan Nelissen, waarin nog echo's van de lyrics zijn te horen. "That's the way we all go". Misschien heb ik iets verkeerd verstaan of heeft hij er eigen lyrics aan toegevoegd, want ik meende iets te horen over het einde van de wereld en sing it out loud.


Het spijt me Tom Waits en Nick Cave, ik heb de covers van jullie morbide nummers maar op een hoop gegooid in een vanitas-stilleven. En zo eindigt Popcorn dan duister, met violen, gitaren en de dood.

Geen opmerkingen: