Vandaag in hard//hoofd
Hoeveel informatie bevat een beeld? De taalfilosoof Donald Davidson schreef ooit: “A picture is not worth a thousand words, or any other number. Words are the wrong currency to exchange for a picture.” Er zijn oneindig veel mogelijke uitspraken die je over een beeld kunt doen, maar het beeld is zelf geen uitspraak. Het grootste deel van wat we zien gaat onopgemerkt aan ons voorbij; reden waarom het zo moeilijk is een route te beschrijven of een gezicht uit je hoofd na te tekenen. Tegelijk is het overgrote deel van de informatie die we overbrengen op één of andere manier visueel van oorsprong, al is het maar omdat je stilstaande beelden relatief gemakkelijk kunt weergeven en analyseren, in vergelijking met geluid, smaak, gevoel en geur.
Sarah van Lamsweerdes theatertrilogie Three Portraits is een oefening in beter kijken. Uitgangspunt zijn drie foto’s: een reproductie van een schilderij van een onbekende vrouw door de Vlaamse primitief Petrus Christus; een familiefoto van de Van Lamsweerdes uit de negentiende eeuw; en een groepsportret tegen een rotswand dat Sarah ooit op de vlooienmarkt heeft opgesnuffeld. Elke voorstelling is gebaseerd op één foto. Een simpel uitgangspunt.
De simpelste uitwerking is in Montage, het stuk gebaseerd op de groepsfoto. Het enige wat er gebeurt, is dat de foto op de vloer wordt geprojecteerd, en dat twee performers in de straal van de beamer een muur van witte dozen bouwen. Zodoende worden steeds nieuwe figuren op de foto scherp zichtbaar, omkaderd door de randen van de dozen. Wie die mensen zijn, weet Sarah ook niet; ergens op de achtergrond schijnt “1923” gekrast te staan en ze dragen inderdaad wat ouderwetse nette kleding. Het valt op dat ze allemaal een medaille met een kruis op hun borst dragen. Een lezeres die de foto zag bij een bespreking in de Volkskrant suggereerde dat het pelgrimstekens van Lourdes waren; en aangezien er twee kreupelen en een schijnbaar blinde vrouw tussen staan, is dat niet onwaarschijnlijk.
With Guest Appearances By… is een doolhof. Letterlijk. Met een koptelefoon op word je door ruimtes en gangen geleid, van elkaar gescheiden door gordijnen. De voice-over beschrijft ondertussen een imaginair landhuis. Gaandeweg wordt het lichter, gaan er meer gordijnen open en verschijnen er performers. Ze zeggen niks maar nemen houdingen aan, gaan in stoelen zitten of leunen ertegenaan. De voice-over wordt meerstemmig en gaat steeds meer over in monologue intérieur. Zelfs als je het uitgangspunt van de voorstelling kent, duurt het even voor het kwartje valt: dit zijn mensen op een foto. Die foto krijg je pas na afloop.
Een groot deel van Three Portraits is projectie: dingen zien die er niet zijn. Maar daar is het theater voor. Of liever gezegd: voor zover het theater is. Als oefening in beter kijken kun je het beter als beeldende kunst kenmerken, en om nog wat genregrenzen te doorbreken wordt het opgevoerd bij het dans- en performancefestival Something Raw. Dat laatste is niet eens zo heel curieus: elders in het festival maken drie dansers met speelse ernst een soort bewegende tableaux vivants (Horizon(s) van Laurent Chétouane) en creëren vier performers met twee camera’s en een beamer een kaleidoscoop aan rolverwisselingen en Droste-effecten (Point of View van Benjamin Vandewalle). Allemaal zijn het voorstellingen waarin eigenlijk verdomd weinig gebeurt en toch allemachtig veel te zien is. De choreografie wordt een soort montage. Het zijn bewegende stilstaande beelden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten