1. De duralex kopjes die tegen elkaar aan rammelen onder de senseo.
(kantoor-senseo, welteverstaan: ik heb ooit een gratis senseo vriendelijk afgewezen)
2. Drie collega's die door elkaar heen "nee, dank je" zeggen, in verschillende tempi en intonaties. Onbedoeld stemmentheater.
3. Het jochie dat met stijgende toon tegenstribbelde in de Utrechtse Steenweg: Nee nee NEE! Nee NEE!
dinsdag 27 september 2011
maandag 26 september 2011
Nog meer rotbeesten
Via facebook werd ik geattendeerd op een actie van Milieudefensie om dieren in de wei te tekenen voor het goede doel. Als evil karakaturist kon ik natuurlijk niet anders dan dat gegen den Strich te interpreteren. Toch dank voor de inspiratie voor nieuwe tekeningen in de serie Rotbeesten. Als ze willen mogen ze La Résistance gratis gebruiken.
maandag 19 september 2011
Geluid is muziek als het nergens toe dient (7)
Een plastic plaat die door de boedelruimer de trap werd afgedragen, en daarbij golfde en boog. Een geluid alsof er water door een PVC buis loopt, maar dan iets hoger en met meer schakeringen in de toon. Nadat ik de deur achter ze had dichtgedaan, kon ik het weer horen bij elke trap die ze afgingen.
(Ik zoek trouwens nog een goede afbeelding hierbij. Suggesties?)
woensdag 14 september 2011
Der Widerstand der Steine
The role of ideals in reasoning (4)
I used to think there was a German expression Der Widerstand der Steine ["the resistance of the stones"], which denoted the way in which things prove our theories wrong and resist all too liberal interpretations. An apparent category mistake because it is facts, not things, that disprove other facts. I have been unable to retrieve the reference and it might well be that the expression does not exist, in which case I am introducing it here because it illustrates a by and large neglected aspect of two rather weighty and interrelated problems in epistemology and the philosophy of mind. These two are the logical structure of reality and the mind/mind problem.
I used to think there was a German expression Der Widerstand der Steine ["the resistance of the stones"], which denoted the way in which things prove our theories wrong and resist all too liberal interpretations. An apparent category mistake because it is facts, not things, that disprove other facts. I have been unable to retrieve the reference and it might well be that the expression does not exist, in which case I am introducing it here because it illustrates a by and large neglected aspect of two rather weighty and interrelated problems in epistemology and the philosophy of mind. These two are the logical structure of reality and the mind/mind problem.
Jouw generatie
Stuk dat eerder vandaag verscheen in hard//talk, de commentaarrubriek van hard//hoofd online tijdschrift voor kunst en journalistiek
Als het over mijn generatie gaat, moet ik altijd denken aan Roger Daltrey van The Who, die tijdens de Ground Zero-concerten My Generation stond te zingen. 37 jaar na dato, en met kort haar. Inderdaad, Roger, your generation.
Deze maand werd niet alleen 9/11 herdacht, maar ook het twintigjarig bestaan van internet. Je zou er haast sentimenteel van worden, als je tenminste vergeten was dat internet vóór 2000 behalve traag ook vooral heel saai was. Moeten we dan nu met hard//hoofd onze verjaardag gaan vieren, als internetgeneratie die volwassen is geworden in de schaduw van geen torens?
Als het over mijn generatie gaat, moet ik altijd denken aan Roger Daltrey van The Who, die tijdens de Ground Zero-concerten My Generation stond te zingen. 37 jaar na dato, en met kort haar. Inderdaad, Roger, your generation.
Deze maand werd niet alleen 9/11 herdacht, maar ook het twintigjarig bestaan van internet. Je zou er haast sentimenteel van worden, als je tenminste vergeten was dat internet vóór 2000 behalve traag ook vooral heel saai was. Moeten we dan nu met hard//hoofd onze verjaardag gaan vieren, als internetgeneratie die volwassen is geworden in de schaduw van geen torens?
The aftermaths
Word and Image III
After a week on Planet Gaudeamus, time for some visual art for a change. Many thanks to Iskra Vuksic and Lotte van Dijck who kindly gave permission to use their photos, and to Adina Ochea who asked me "why is that mill marked Non plus ultra?", thus giving me an image to a text I had in mind already.
I'm calling these three "The Aftermaths" because they all convey a sense of things past and done with. Don't take that as a sign that I'm taking a break.
After a week on Planet Gaudeamus, time for some visual art for a change. Many thanks to Iskra Vuksic and Lotte van Dijck who kindly gave permission to use their photos, and to Adina Ochea who asked me "why is that mill marked Non plus ultra?", thus giving me an image to a text I had in mind already.
I'm calling these three "The Aftermaths" because they all convey a sense of things past and done with. Don't take that as a sign that I'm taking a break.
Image: Iskra Vuksic
image: Lotte van Dijck
zondag 11 september 2011
Gaudeamus, 2011 (8): Voorbij Darmstadt
Ensemble Klang, 11 September
VocaalLAB / New Seattle Chamber Players, 10 September
Barbara Lüneburg, 8 September
De muziekweek begon met een nieuwe bewerking van Michiel Mensingh's Style Wars IV (Postmodernism strikes back), en loopt nu tegen z'n einde met de première van Style Wars V - Minimal Madness. In deze episode botst minimal music met twaalftoonsmuziek, met als resultaat dat de voortdurende riedel ontregeld raakt maar dat het nergens echt een Kammersymphonie wordt. Ondanks de verstorende ritmes en erdoorheen fietsende dissonanten blijft het een coherent stuk met een herkenbare puls. Muzikaal is dat een resultaat waarvan je zou willen dat Philip Glass er een voorbeeld aan zou nemen, maar moreel is het toch wat minder bevredigend: in de confrontatie tussen "Glass en Schönberg" laat Mensingh de overwinning wel heel eenvoudig aan Glass. (Bovendien: had Glass niet zelf al zo'n "Style War" verwerkt in deel XII van Music in Twelve Parts?)
Ondanks alle onderlinge verschillen zijn er bij Gaudeamus eigenlijk niet zulke Style Wars. Je kunt een onderscheid maken tussen serieuze en speelse componisten, tussen theatrale en puur muzikale gezindten, maar er lopen geen kleine Adornootjes meer rond, voor wie consonantie een knieval is voor de cultuurindustrie; en minimalisme is een stijlfiguur geworden waar je je van kunt bedienen of niet. Zoals Henk Heuvelmans bij de prijsuitreiking vorig jaar zei: "There were no factions between the composers; no scores were burned".
VocaalLAB / New Seattle Chamber Players, 10 September
Barbara Lüneburg, 8 September
De muziekweek begon met een nieuwe bewerking van Michiel Mensingh's Style Wars IV (Postmodernism strikes back), en loopt nu tegen z'n einde met de première van Style Wars V - Minimal Madness. In deze episode botst minimal music met twaalftoonsmuziek, met als resultaat dat de voortdurende riedel ontregeld raakt maar dat het nergens echt een Kammersymphonie wordt. Ondanks de verstorende ritmes en erdoorheen fietsende dissonanten blijft het een coherent stuk met een herkenbare puls. Muzikaal is dat een resultaat waarvan je zou willen dat Philip Glass er een voorbeeld aan zou nemen, maar moreel is het toch wat minder bevredigend: in de confrontatie tussen "Glass en Schönberg" laat Mensingh de overwinning wel heel eenvoudig aan Glass. (Bovendien: had Glass niet zelf al zo'n "Style War" verwerkt in deel XII van Music in Twelve Parts?)
Ondanks alle onderlinge verschillen zijn er bij Gaudeamus eigenlijk niet zulke Style Wars. Je kunt een onderscheid maken tussen serieuze en speelse componisten, tussen theatrale en puur muzikale gezindten, maar er lopen geen kleine Adornootjes meer rond, voor wie consonantie een knieval is voor de cultuurindustrie; en minimalisme is een stijlfiguur geworden waar je je van kunt bedienen of niet. Zoals Henk Heuvelmans bij de prijsuitreiking vorig jaar zei: "There were no factions between the composers; no scores were burned".
zaterdag 10 september 2011
Gaudemus, 2011 (7): Jong werk
Nieuw Ensemble / VocaalLAB
Vredenburg Leeuwenbergh / Nicolaikerk, Utrecht, 9 September
Abel Paúl licht zijn werk toe aan de hand van cartoons. Línea de Vacio heet zijn stuk, maar zoals de kronkelende lijnen laten zien, is het allerminst lineair; eerder zit het vol met lijnen die doodlopen, bassen die stokken, strijkstokken die schuren, fonkelende geluiden die uitdoven. De spelers van het Nieuw Ensemble zitten demonstratief met hun rug naar het publiek toe, zodat de kluwen aan het zicht onttrokken wordt. Het is tekenend voor zijn fragmentarische benadering: op zijn blog noemt hij coherentie een "oppervlakkig" aspect van muziek, dat eerder voor de luisteraar dan voor de componist bestaat.
Misschien is het geen kritiek om zijn stuk "richtingloos" te noemen. "Precies, dat is juist wat ik wilde!" Maar die paradox laat wel degelijk een probleem zien dat speelt bij leren componeren in het algemeen. Het is één ding om mooie geluiden en interessante patronen te maken, maar daarmee heb je nog geen stuk. En binnen de nieuwe muziek, waarin het vrij staat om alle denkbare complexe structuren of geen enkele toe te passen, is het risico wezenlijk dat het uiteindelijk daar op uitkomt: mooie geluiden en interessante patronen.
Vredenburg Leeuwenbergh / Nicolaikerk, Utrecht, 9 September
Abel Paúl licht zijn werk toe aan de hand van cartoons. Línea de Vacio heet zijn stuk, maar zoals de kronkelende lijnen laten zien, is het allerminst lineair; eerder zit het vol met lijnen die doodlopen, bassen die stokken, strijkstokken die schuren, fonkelende geluiden die uitdoven. De spelers van het Nieuw Ensemble zitten demonstratief met hun rug naar het publiek toe, zodat de kluwen aan het zicht onttrokken wordt. Het is tekenend voor zijn fragmentarische benadering: op zijn blog noemt hij coherentie een "oppervlakkig" aspect van muziek, dat eerder voor de luisteraar dan voor de componist bestaat.
Misschien is het geen kritiek om zijn stuk "richtingloos" te noemen. "Precies, dat is juist wat ik wilde!" Maar die paradox laat wel degelijk een probleem zien dat speelt bij leren componeren in het algemeen. Het is één ding om mooie geluiden en interessante patronen te maken, maar daarmee heb je nog geen stuk. En binnen de nieuwe muziek, waarin het vrij staat om alle denkbare complexe structuren of geen enkele toe te passen, is het risico wezenlijk dat het uiteindelijk daar op uitkomt: mooie geluiden en interessante patronen.
vrijdag 9 september 2011
Gaudeamus, 2011 (6): Een festival binnen het festival
The Night of the Unexpected, Tivoli, Utrecht, 8 september
vanavond in Paradiso, Amsterdam; morgen in Muziekgebouw, Eindhoven
De Night of the Unexpected is een soort festival binnen het festival. Al tien jaar brengt het op de donderdagavond van de Muziekweek alles samen wat avantgarde is, uit verschillende scenes die elkaar anders zelden ontmoeten. In die tien jaar heeft het vermengen van genres een hoge vlucht genomen, en is the unexpected wel wat minder onverwacht geworden; maar het blijft zeldzaam, zo niet uniek, om in één avond een fusionjazzbassist, een rockband, een DJ en een blokfluitvirtuoos te zien optreden.
In voorafgaande jaren, in Paradiso, had het nog een verder festivalelement dat er tegelijk optredens in twee zalen plaatsvonden, zodat er altijd meer gaande was dan je kon bevatten. Die ervaring is verdwenen: het is nu een concert met één programma geworden. Maar nog steeds een concert dat zich door de ruimte beweegt: als de film bij Michel van der Aa’s Transit is afgelopen, daalt de muziek van het podium af om zich te verspreiden over vier percussionisten in Venus van Rozalie Hirs; om daarna in de speakers te blijven hangen, en achter Erik Bosgraaf aan te gaan, die met zijn blokfluit uit de coulissen tevoorschijn komt hamelen en zich uiteindelijk installeert op een voetstuk.
vanavond in Paradiso, Amsterdam; morgen in Muziekgebouw, Eindhoven
De Night of the Unexpected is een soort festival binnen het festival. Al tien jaar brengt het op de donderdagavond van de Muziekweek alles samen wat avantgarde is, uit verschillende scenes die elkaar anders zelden ontmoeten. In die tien jaar heeft het vermengen van genres een hoge vlucht genomen, en is the unexpected wel wat minder onverwacht geworden; maar het blijft zeldzaam, zo niet uniek, om in één avond een fusionjazzbassist, een rockband, een DJ en een blokfluitvirtuoos te zien optreden.
In voorafgaande jaren, in Paradiso, had het nog een verder festivalelement dat er tegelijk optredens in twee zalen plaatsvonden, zodat er altijd meer gaande was dan je kon bevatten. Die ervaring is verdwenen: het is nu een concert met één programma geworden. Maar nog steeds een concert dat zich door de ruimte beweegt: als de film bij Michel van der Aa’s Transit is afgelopen, daalt de muziek van het podium af om zich te verspreiden over vier percussionisten in Venus van Rozalie Hirs; om daarna in de speakers te blijven hangen, en achter Erik Bosgraaf aan te gaan, die met zijn blokfluit uit de coulissen tevoorschijn komt hamelen en zich uiteindelijk installeert op een voetstuk.
donderdag 8 september 2011
Gaudeamus, 2011 (5): Democratisch componeren
interview met Wilbert Bulsink en het Rosa Ensemble
Zondag gaat Götterfunken in première, het muziektheaterstuk van Wilbert Bulsink en Jeroen Kimman met het Rosa Ensemble over een 9000 kilometer lange fietstocht door Europa. Tijdens Toonzetters 2010, waar Wilberts stuk Koranfragment was geselecteerd, konden we telefonisch al horen hoe het ging; tijdens de Uitmarkt was er een eerste voorproefje van tien minuten te horen; en in de VPRO gids en de Gaudeamus programmakrant is hij al geïnterviewd over hoe dat was, 9000 kilometer fietsen. ("Ik zou het zo opnieuw doen.")
Wat moet je dan nog vertellen over de totstandkoming? Nou, heel wat. Tijdens de voorvertoning op de Uitmarkt vertelde de dramaturg me dat dit zo'n beetje was waar het stuk nu was, na vijf dagen repeteren, en dat ze het nu in twee weken samenhangend en vier keer zo lang gingen maken. Als ik ze spreek in hun repetitieruimte in Overvecht, na een van de laatste repetitiedagen, tref ik daar een bescheiden slagveld van schetsen, bureau-accessoires en verspreide instrumenten aan.
Zondag gaat Götterfunken in première, het muziektheaterstuk van Wilbert Bulsink en Jeroen Kimman met het Rosa Ensemble over een 9000 kilometer lange fietstocht door Europa. Tijdens Toonzetters 2010, waar Wilberts stuk Koranfragment was geselecteerd, konden we telefonisch al horen hoe het ging; tijdens de Uitmarkt was er een eerste voorproefje van tien minuten te horen; en in de VPRO gids en de Gaudeamus programmakrant is hij al geïnterviewd over hoe dat was, 9000 kilometer fietsen. ("Ik zou het zo opnieuw doen.")
Wat moet je dan nog vertellen over de totstandkoming? Nou, heel wat. Tijdens de voorvertoning op de Uitmarkt vertelde de dramaturg me dat dit zo'n beetje was waar het stuk nu was, na vijf dagen repeteren, en dat ze het nu in twee weken samenhangend en vier keer zo lang gingen maken. Als ik ze spreek in hun repetitieruimte in Overvecht, na een van de laatste repetitiedagen, tref ik daar een bescheiden slagveld van schetsen, bureau-accessoires en verspreide instrumenten aan.
Gaudeamus, 2011 (4): Muziek als beeldende kunst
Hexnut, Wrench, Vredenburg Leeuwenbergh, Utrecht, 7 september
Edward Burtynsky maakt foto's van hoe de mens ingrijpt in het landschap. Die foto's zijn soms duizelingwekkend in de manier waarop het panorama de menselijke maat overstijgt, als Caspar David Friedrich-achtige sublieme landschappen; maar wat je ziet zijn wel olievelden, steengroeven, rode rivieren van de nikkelproductie, scheepskerkhoven, en gigantische fabriekshallen. In Wrench, het project dat het kwintet Hexnut doet met projecties op basis van die foto's, wordt dat duizelingwekkende effect nog versterkt: de foto's van steengroeves worden geroteerd en in- en uitgezoomd tot je niet meer weet waar je bent, olieraffinaderijen vloeien in elkaar over in een woud van pijpen, de immens gedetailleerde foto van een fabriekshal zoomt geleidelijk uit alsof de camera achterwaarts door de hal zweeft, landschappen van megaboerderijen worden overtekend tot abstracte beelden.
Edward Burtynsky maakt foto's van hoe de mens ingrijpt in het landschap. Die foto's zijn soms duizelingwekkend in de manier waarop het panorama de menselijke maat overstijgt, als Caspar David Friedrich-achtige sublieme landschappen; maar wat je ziet zijn wel olievelden, steengroeven, rode rivieren van de nikkelproductie, scheepskerkhoven, en gigantische fabriekshallen. In Wrench, het project dat het kwintet Hexnut doet met projecties op basis van die foto's, wordt dat duizelingwekkende effect nog versterkt: de foto's van steengroeves worden geroteerd en in- en uitgezoomd tot je niet meer weet waar je bent, olieraffinaderijen vloeien in elkaar over in een woud van pijpen, de immens gedetailleerde foto van een fabriekshal zoomt geleidelijk uit alsof de camera achterwaarts door de hal zweeft, landschappen van megaboerderijen worden overtekend tot abstracte beelden.
woensdag 7 september 2011
Gaudeamus, 2011 (3): Doe het anders
Ensemble MAE, Doelen Kwartet, Amsterdam Collage Ensemble en solisten (avond)
Orkest de Ereprijs: Resultaten van de Young Composers Meeting 2011 (middag)
Zonder twijfel het meest onbekende ensemble op de Muziekweek is het Amsterdam Collage Ensemble. Het is namelijk opgericht om The scheme of the sea organ uit te voeren, het stuk waarmee Yu Oda op de juryselectie staat. Nu komt het wel vaker voor dat er voor nieuwe stukken en projecten gelegenheidsensembles gevormd worden, en nieuwe ensembles in het algemeen hebben meestal een onconventionele samenstelling. Denk bijvoorbeeld aan de vier kwartetten die samen Bl!ndman uitmaken, het exotische instrumentarium van het Ziggurat Ensemble, of het oprukken van de electrische gitaar. Maar de "collage" van drie contrabasblokfluiten, twee percussionisten en een basklarinet is toch wel out of the extraordinary.
The scheme of the sea organ is geïnspireerd op het "zeeorgel" dat sinds 2005 in de Kroatische kustplaats Zadar in een kade is uitgespaard, en dat de golven in tonen vertaalt. Naar deze opname te oordelen klinkt dat inderdaad nogal naar een basblokfluit. In het stuk van Yu klinkt nog steeds het kabbelen van de golven door, alleen zijn ze in deze interpretatie schurender, woester en afschrikwekkender gemaakt: met het zeeorgel jaag je - anders dan met een kerkorgel - kinderen geen schrik aan, The scheme of the sea organ is eerder de noodkreet van een walvis uit de diepte. Toen George Crumb Voice of the Whale schreef waren er nog geen basblokfluiten; je zou The scheme of the sea organ kunnen zien als een update.
Orkest de Ereprijs: Resultaten van de Young Composers Meeting 2011 (middag)
Zonder twijfel het meest onbekende ensemble op de Muziekweek is het Amsterdam Collage Ensemble. Het is namelijk opgericht om The scheme of the sea organ uit te voeren, het stuk waarmee Yu Oda op de juryselectie staat. Nu komt het wel vaker voor dat er voor nieuwe stukken en projecten gelegenheidsensembles gevormd worden, en nieuwe ensembles in het algemeen hebben meestal een onconventionele samenstelling. Denk bijvoorbeeld aan de vier kwartetten die samen Bl!ndman uitmaken, het exotische instrumentarium van het Ziggurat Ensemble, of het oprukken van de electrische gitaar. Maar de "collage" van drie contrabasblokfluiten, twee percussionisten en een basklarinet is toch wel out of the extraordinary.
The scheme of the sea organ is geïnspireerd op het "zeeorgel" dat sinds 2005 in de Kroatische kustplaats Zadar in een kade is uitgespaard, en dat de golven in tonen vertaalt. Naar deze opname te oordelen klinkt dat inderdaad nogal naar een basblokfluit. In het stuk van Yu klinkt nog steeds het kabbelen van de golven door, alleen zijn ze in deze interpretatie schurender, woester en afschrikwekkender gemaakt: met het zeeorgel jaag je - anders dan met een kerkorgel - kinderen geen schrik aan, The scheme of the sea organ is eerder de noodkreet van een walvis uit de diepte. Toen George Crumb Voice of the Whale schreef waren er nog geen basblokfluiten; je zou The scheme of the sea organ kunnen zien als een update.
dinsdag 6 september 2011
Gaudeamus, 2011 (2): Een theater van contrasten
Insomnio, stukken van Tidrow, Wei-Chieh Lin, Khismatov, Gorlinski, Akshelyan
Vredenburg Leeuwenbergh, Utrecht, 5 September
En toen opende het festival dan echt - niet met een knal maar met gefluister. Niet eens gefluister, eigenlijk, maar het gesis van iemand die lángzaam in- en uitademt, begeleid door instrumenten die záchtjes worden aangestreken. It had something to do with the telling of time van Thierry Tidrow verkent aan de hand van de menselijke stem verschillende schakeringen van ruis - niet het van het soort oorverdovende white noise maar het amper verstaanbare geluid van een stem zonder toon. Zelfs de electrische gitaar is nauwelijks te horen, zelfs het kistorgel doet plok-plok. Op een gegeven moment treedt de zangeres naar voren, slaat de gong en klinkt er een woord: "then". Je vraagt je verwonderd af: heb ik nou een stuk taal gehoord?
Vredenburg Leeuwenbergh, Utrecht, 5 September
En toen opende het festival dan echt - niet met een knal maar met gefluister. Niet eens gefluister, eigenlijk, maar het gesis van iemand die lángzaam in- en uitademt, begeleid door instrumenten die záchtjes worden aangestreken. It had something to do with the telling of time van Thierry Tidrow verkent aan de hand van de menselijke stem verschillende schakeringen van ruis - niet het van het soort oorverdovende white noise maar het amper verstaanbare geluid van een stem zonder toon. Zelfs de electrische gitaar is nauwelijks te horen, zelfs het kistorgel doet plok-plok. Op een gegeven moment treedt de zangeres naar voren, slaat de gong en klinkt er een woord: "then". Je vraagt je verwonderd af: heb ik nou een stuk taal gehoord?
zondag 4 september 2011
Gaudeamus, 2011 (1): Dansen met je oren dicht
Orkest de Ereprijs / Rosa Ensemble
Neude, Utrecht, 4 September
Vandaag begon in Utrecht de Gaudeamus Muziekweek. Of eigenlijk morgen. Het optreden vandaag, op een podium van het Uitfeest tenmidden van de stands en tussen de pop-acts, heette alleen een “voorproefje”. Het was desondanks raak.
Hussy van Trevor Grahl is een passend startschot omdat het niet één keer inzet, niet twee keer, maar keer op keer op keer. Het doet dat met verknipte muziek uit een jaren ’50 Broadway musical, zo topsy-turvy dat je er niet mee moet aankomen in het Bimhuis, maar dan uitgevoerd met de intensiteit van een rockband. Voor in het publiek stond een klein meisje te dansen en hield een nog kleiner jongetje zijn handen tegen zijn oren. Dat vat de sfeer van het stuk wel samen in een beeld.
Neude, Utrecht, 4 September
Vandaag begon in Utrecht de Gaudeamus Muziekweek. Of eigenlijk morgen. Het optreden vandaag, op een podium van het Uitfeest tenmidden van de stands en tussen de pop-acts, heette alleen een “voorproefje”. Het was desondanks raak.
Hussy van Trevor Grahl is een passend startschot omdat het niet één keer inzet, niet twee keer, maar keer op keer op keer. Het doet dat met verknipte muziek uit een jaren ’50 Broadway musical, zo topsy-turvy dat je er niet mee moet aankomen in het Bimhuis, maar dan uitgevoerd met de intensiteit van een rockband. Voor in het publiek stond een klein meisje te dansen en hield een nog kleiner jongetje zijn handen tegen zijn oren. Dat vat de sfeer van het stuk wel samen in een beeld.
Abonneren op:
Posts (Atom)