Voor Melle Kromhout
Jongens en meisjes, pas op voor het kromhout!
Het staat krom omdat het altijd zo verschrikkelijk hard op de trom slaat
Het slaat ook je kont bont en blauw dat is waarom het zo krom staat
Jongens en meisjes, pas op voor het kromhout!
Pas op voor het kromhout
Het wordt nog meer gevreesd dan het kromzwaard
Het wordt gemaakt van roestige bielzen en steenwoud
Daarom heet het het kromhout
woensdag 23 mei 2012
maandag 21 mei 2012
Neem je eigen theater mee
Festival aan de Werf, verschillende locaties, 17-26 mei, Utrecht | Gezien: Dat Staat, Dinner with Dad, Heide, The State of the State, Parallel Cities: Library, Parallel Cities: Street
Eerder vandaag verschenen op hard//hoofd
Op zaterdag 19 mei zat ik ineengedoken als een dakloze tussen de fietsenrekken onder Hoog Catharijne. Het was, vanzelfsprekend, belevingstheater. In de locatievoorstelling Street van Lotte van den Berg gebeurt niet veel meer dan dat daklozen (twee echte en een acteur) in een plantsoen verdwijnen, zich wassen in de bosjes langs de Catharijnesingel, bij elkaar kruipen onder de brug in een bouwput. Je ziet steeds maar weinig, maar daardoor besef je des te beter dat die daklozen er in het echt ook zitten. En aan het einde van Street word je er dan zelf ook een.
This is where we live, luidt het thema van het laatste Festival aan de Werf, en Lotte van den Berg heeft dat letterlijk genomen. Het is vast niet waar burgervader Aleid Wolfsen, in het dagelijks bestuur geplaagd door de huisvestingsproblemen van weggepeste homo’s, terugkerende pedofielen en de onhandelbare familie Nikolic, aan refereert als hij bij opening gewag maakt van het belang van grensverleggend theater voor het aan zijn imago werkende Utrecht. Het moralisme ligt er in Street iets te dik bovenop, maar het is interessanter om na de voorstelling Best Bier te drinken met daklozen in een fietskelder, dan prosecco van de Gemeente Utrecht te nippen na de speech van de burgemeester.
Eerder vandaag verschenen op hard//hoofd
Op zaterdag 19 mei zat ik ineengedoken als een dakloze tussen de fietsenrekken onder Hoog Catharijne. Het was, vanzelfsprekend, belevingstheater. In de locatievoorstelling Street van Lotte van den Berg gebeurt niet veel meer dan dat daklozen (twee echte en een acteur) in een plantsoen verdwijnen, zich wassen in de bosjes langs de Catharijnesingel, bij elkaar kruipen onder de brug in een bouwput. Je ziet steeds maar weinig, maar daardoor besef je des te beter dat die daklozen er in het echt ook zitten. En aan het einde van Street word je er dan zelf ook een.
This is where we live, luidt het thema van het laatste Festival aan de Werf, en Lotte van den Berg heeft dat letterlijk genomen. Het is vast niet waar burgervader Aleid Wolfsen, in het dagelijks bestuur geplaagd door de huisvestingsproblemen van weggepeste homo’s, terugkerende pedofielen en de onhandelbare familie Nikolic, aan refereert als hij bij opening gewag maakt van het belang van grensverleggend theater voor het aan zijn imago werkende Utrecht. Het moralisme ligt er in Street iets te dik bovenop, maar het is interessanter om na de voorstelling Best Bier te drinken met daklozen in een fietskelder, dan prosecco van de Gemeente Utrecht te nippen na de speech van de burgemeester.
woensdag 16 mei 2012
Nogmaals tegen Thierry Baudet
Vandaag in hard//talk, de actualiteitenrubriek van hard//hoofd
Niemand roept in mijn kennissenkring zoveel aversie op als Thierry Baudet, de “jonge conservatief” die tweewekelijks columns schrijft in de NRC. Zeg op een hard//hoofdvergadering "Thierry Baudet", en de afschuw is groter dan als je je gulp had geopend. Dat is terecht. Thierry is namelijk 1. nationalistisch, 2. Eurofoob, 3. pedant, 4. tegen moderne kunst, 5. zo reactionair dat hij een reïncarnatie van Joseph de Maistre had kunnen zijn, 6. hypocriet (ondertussen doet hij alsof het “links-rechts-onderscheid niet meer opgaat”), en 7. een snob (u weet wel, iemand wiens culturele consumptie louter gericht is op het verwerven van cultureel kapitaal). Dat alles zou een kwestie van smaak kunnen zijn, maar er is nog een punt 8. Thierry’s meningen zijn slecht onderbouwd. Noem het maar feitenvrij.
Niemand roept in mijn kennissenkring zoveel aversie op als Thierry Baudet, de “jonge conservatief” die tweewekelijks columns schrijft in de NRC. Zeg op een hard//hoofdvergadering "Thierry Baudet", en de afschuw is groter dan als je je gulp had geopend. Dat is terecht. Thierry is namelijk 1. nationalistisch, 2. Eurofoob, 3. pedant, 4. tegen moderne kunst, 5. zo reactionair dat hij een reïncarnatie van Joseph de Maistre had kunnen zijn, 6. hypocriet (ondertussen doet hij alsof het “links-rechts-onderscheid niet meer opgaat”), en 7. een snob (u weet wel, iemand wiens culturele consumptie louter gericht is op het verwerven van cultureel kapitaal). Dat alles zou een kwestie van smaak kunnen zijn, maar er is nog een punt 8. Thierry’s meningen zijn slecht onderbouwd. Noem het maar feitenvrij.
dinsdag 15 mei 2012
5x80 Woorden over 80 Words
Sarah van Lamsweerde: 80 Words, 9-13 mei in Het Veem Theater
Eerder vandaag verschenen op hard//hoofd
Stel. Je brengt je woordenschat terug tot 80 woorden. Dat scheelt een hoop opslagruimte. Zoals Battus ooit schreef: waaro zoude w nie d laatst lette va el woor weglate? Je moet dan natuurlijk wel de juiste woorden selecteren: met de meest singuliere hapaxen uit de concordantie kom je niet ver. Maar in het buitenland kun je je aardig redden met drie zinnen: “wat kost dit?”, “dankuwel”, en “waar is het toilet?” Kwestie van turven. Wat zijn de 80 meest gebruikte?
Eerder vandaag verschenen op hard//hoofd
Stel. Je brengt je woordenschat terug tot 80 woorden. Dat scheelt een hoop opslagruimte. Zoals Battus ooit schreef: waaro zoude w nie d laatst lette va el woor weglate? Je moet dan natuurlijk wel de juiste woorden selecteren: met de meest singuliere hapaxen uit de concordantie kom je niet ver. Maar in het buitenland kun je je aardig redden met drie zinnen: “wat kost dit?”, “dankuwel”, en “waar is het toilet?” Kwestie van turven. Wat zijn de 80 meest gebruikte?
zondag 13 mei 2012
Misheard lyrics
A drawing I made after mishearing a lyric from The Secret Love Parade as "Walking home in the middle of the night, with your head in your hand, feeling old".
...Actually, nearing 30, I feel happier than ever before, in spite of my constant complaints about growing old.
zaterdag 12 mei 2012
Meer dan crossover
Vandaag op het blog van Muziekvan.nu, platform voor 20e/21e-eeuwse muziek
Crossover, dat kennen we nu wel. Aanstaande juni speelt Anthony (van de Johnsons) met het Metropole Orkest in het Concertgebouw. Net als eerder Sting, Cocorosie en diezelfde Anthony. Ik hoef er niet per se heen en dat is maar goed ook, want de kaartjes waren binnen 30 minuten uitverkocht.
Nieuwe-muziekliefhebbers zijn van nature omnivoren. Wie de gecomponeerde muziek van na de Tweede Wereldoorlog een beetje heeft gevolgd, is ook vertrouwd met microtonen en Indiase ritmes, gamelan en saxofoonkwartetten, synthesizers en elektrische gitaren in de concertzaal. In het spoor van Orkest de Volharding vanaf de jaren 70 en Bang on a Can vanaf de jaren 80 is er een hele waaier aan ensembles ontstaan die zichzelf als ‘band’ presenteren, die tussen verschillende stijlen en tradities switchen en voor wie ‘Adorno’ een scheldwoord is.
Er valt dus niet zo veel meer over te crossen. Die stap is allang gemaakt.
Crossover, dat kennen we nu wel. Aanstaande juni speelt Anthony (van de Johnsons) met het Metropole Orkest in het Concertgebouw. Net als eerder Sting, Cocorosie en diezelfde Anthony. Ik hoef er niet per se heen en dat is maar goed ook, want de kaartjes waren binnen 30 minuten uitverkocht.
Nieuwe-muziekliefhebbers zijn van nature omnivoren. Wie de gecomponeerde muziek van na de Tweede Wereldoorlog een beetje heeft gevolgd, is ook vertrouwd met microtonen en Indiase ritmes, gamelan en saxofoonkwartetten, synthesizers en elektrische gitaren in de concertzaal. In het spoor van Orkest de Volharding vanaf de jaren 70 en Bang on a Can vanaf de jaren 80 is er een hele waaier aan ensembles ontstaan die zichzelf als ‘band’ presenteren, die tussen verschillende stijlen en tradities switchen en voor wie ‘Adorno’ een scheldwoord is.
Er valt dus niet zo veel meer over te crossen. Die stap is allang gemaakt.
vrijdag 11 mei 2012
De fluitketelridder
Vandaag in hard//hoofd, als deel VI van de illustratie-estafette. Onder deze link ook de eerdere afleveringen.
dinsdag 8 mei 2012
Scholarly intertextuality in the 18th century
The notion of intertextuality, stemming from literary studies, has until recently rarely been applied to the history of scholarship, or to the history of ideas at large. The first reference I know of is in a 2005 article by Robert Darnton. Now, with the Cultures of Knowledge project at Oxford and the Mapping the Republic of Letters project in Stanford, there is at last a systematic survey of citation, the uses of source material, and correspondence networks in the early modern age; but the only scholar to use the term intertextuality consistently is Glenn Roe, who is working at the Oxford e-research centre to identify quotes, borrowings, influences etc in particular in and around the Encyclopédie.
This is a laudable (though labour-intensive) development. The earlier neglect may have to do with provincialism in the humanities (one field of study not using the concepts from another field even in comparable cases) or with reluctance to be associated with the deconstructive programme linked to that notion (Kristeva, Barthes and Derrida spring to mind) - but at any rate the hiatus is regrettable because intertexting, now as then, is what scholars in the humanities are consistently doing in many different ways.
This is a laudable (though labour-intensive) development. The earlier neglect may have to do with provincialism in the humanities (one field of study not using the concepts from another field even in comparable cases) or with reluctance to be associated with the deconstructive programme linked to that notion (Kristeva, Barthes and Derrida spring to mind) - but at any rate the hiatus is regrettable because intertexting, now as then, is what scholars in the humanities are consistently doing in many different ways.
maandag 7 mei 2012
Een hoop schoenen
Vandaag in hard//hoofd online tijdschrift voor kunst en journalistiek, met een repliek van Melle Kromhout
Tien jaar geleden was ik in Auschwitz. Dat is niet ongewoon voor iemand van mijn generatie. Net zoals vroeger de gegoede jeugd op Grand Tour naar Italië ging, zo is tegenwoordig een bezoek aan een voormalig concentratiekamp een deel geworden van je opvoeding. En net zoals de Italienische Reise door het massatoerisme een treurig stemmende voorgefabriceerde ervaring geworden is, zo bekruipt je in Auschwitz het onaangename gevoel dat je meer bezig bent met een verplichte exercitie dan met iets te leren van het verleden. Er staat, zoals je al wist, een hek met Arbeit macht frei; de beroemde hoop schoenen ziet er inderdaad uit als een hoop schoenen; en hoewel het moeilijk is om onaangedaan te blijven in het crematorium, waar duizenden mensen zijn vermoord en honderdduizenden verbrand, is het toch dat wat je verwachtte aan te treffen: een crematorium. Tien jaar geleden waren er nog geen iPhones, waarmee bezoekers zichzelf tegenwoordig schijnen te fotograferen bij de beroemde poort; wel was er een groep jongens met keppeltjes die een minstens drie meter hoge Israëlische vlag met zich meedroegen. Ik heb ze maar niet gevraagd wat ze daarmee wilden zeggen.
Tien jaar geleden was ik in Auschwitz. Dat is niet ongewoon voor iemand van mijn generatie. Net zoals vroeger de gegoede jeugd op Grand Tour naar Italië ging, zo is tegenwoordig een bezoek aan een voormalig concentratiekamp een deel geworden van je opvoeding. En net zoals de Italienische Reise door het massatoerisme een treurig stemmende voorgefabriceerde ervaring geworden is, zo bekruipt je in Auschwitz het onaangename gevoel dat je meer bezig bent met een verplichte exercitie dan met iets te leren van het verleden. Er staat, zoals je al wist, een hek met Arbeit macht frei; de beroemde hoop schoenen ziet er inderdaad uit als een hoop schoenen; en hoewel het moeilijk is om onaangedaan te blijven in het crematorium, waar duizenden mensen zijn vermoord en honderdduizenden verbrand, is het toch dat wat je verwachtte aan te treffen: een crematorium. Tien jaar geleden waren er nog geen iPhones, waarmee bezoekers zichzelf tegenwoordig schijnen te fotograferen bij de beroemde poort; wel was er een groep jongens met keppeltjes die een minstens drie meter hoge Israëlische vlag met zich meedroegen. Ik heb ze maar niet gevraagd wat ze daarmee wilden zeggen.
vrijdag 4 mei 2012
Duitse Mandarijnen
Duitse Mandarijnen is een tamelijk lang en bombastisch gedicht dat ik in 2007 schreef terwijl ik bezig was met mijn scriptie over Bildung, en na lezing van Fritz Ringer's The Decline of the German Mandarins. Het is de neerslag van een reis naar Polen en bezoek aan Auschwitz in 2002, een interrailtocht door Duitsland in 2004, en mijn preoccupaties uit de tijd (2000-2007) dat ik filosofie studeerde: Donald Davidson, Hanns-Georg Gadamer, Ezra Pound, en Duitsland rond 1800. Ik had het eigenlijk voor de bureaula bestemd, maar vijf jaar later en na een paar kleine aanpassingen maak ik me niet zo'n zorgen meer over de tekortkomingen. Ik zie het vooral als het product van "a former me".
Duitse Mandarijnen
(2007)
Niemand weet precies
waarom de klojo’s kwamen
Misschien is dat nou
juist waarom het klojo’s zijn
Ze kwamen omhoog uit de
arische aarde, waar de
Duitse mandarijnen
bloeien, tussen de
kruit- en bierdamp, en
stapels waardeloos geld
over de brug met de
vierentwintig beelden en langs
de Humboldt-universiteit
naar de Brandenburger Tor!
Daar komen de plurken
Abonneren op:
Posts (Atom)