donderdag 6 september 2012

Gaudeamus, 2012 (3): Een oefening in geduld

Orkest de Ereprijs, Vredenburg Leeuwenbergh | Sonar Quartet,  CM Studio | Imperfect Distance, Geertekerk
Utrecht, 5 september


Uitgestald op een lange tafel in Museum Speelklok lijkt de partituur van Falten van William Engelen heel eenvoudig: een meterslang vel met alleen lege notenbalken en maatstrepen, onderbroken door vouwen in het blad. William legt uit dat die vouwen staan voor pauzes, en de notenbalken voor “spelen”: wát precies, dat ligt niet vast in de partituur. Er is geen geheime code, maar het is ook geen vrije interpretatie: hoe het stuk uiteindelijk klinkt, is meer een uitkomst van overleg met de musici. Noten hoef je er in elk geval niet voor te kunnen lezen; William zegt zelf meer een soort van muzikale intuïtie te volgen.
Als het stuk op de lessenaar van het Sonar Quartet ligt, blijkt de uitvoering toch wat meer voeten in de aarde te hebben: de vouwen en strepen zijn getranscribeerd naar gewoon notenpapier, de lege notenbalken zitten vol aantekeningen, en op het blad ligt een stopwatch.

Toch is het contrast met de werkwijze van Andrew Mackintosh in Imperfect Distance groot. Het is een drie kwartier durend stuk voor twee piano’s die op zo’n beetje elke snaar verstemd zijn, zodat er klankcombinaties klinken die je normaal nooit uit een piano zou kunnen krijgen. Om het nog wat leuker te maken staan ook hier geen maat op de notenbalk aangegeven, alleen een aanduiding van het aantal tellen per minuut: 81, 80, 79… Het instuderen is dan ook een crime: Samuel Vriezen en Dante Boon moesten eerst thuis op de piano maar hun fantasie gebruiken, en daarna heen en weer reizen naar het atelier van de pianostemmer in Alkmaar. Ook voor het publiek, dat in zitzakken rond de piano zit/ligt, is Imperfect Distance een oefening in geduld.

Wie eens muzikale anarchie wil meemaken, moet volgens Martijn Padding maar op zondagochtend in Noord-Nederland naar de kerk gaan. In Nederland Muziekland steekt hij uitgebreid de draak met het psalmen zingen bij de eredienst: al sinds de zestiende eeuw schreeuwt men tegen elkaar op en “eene terts, kwart, zelfs quint hooger (zuiver of valsch kwam er niet op aan)”, en sinds het orgel erbij kwam is het alleen maar luider geworden. Dit alles blijkt uit een collage van historische documenten en citaten uit een geschiedenis van de Nederlandse kerkmuziek waaruit het libretto is samengesteld. Sopraan Caroline Cartens, in stemmig domineeszwart met roodgestifte lippen, maakt er een uiterst onheilige preek van, nader geïllustreerd door een flink vals jengelend Orkest de Ereprijs.



Helemaal niks is te horen bij de installatie Momentum van Xandra van der Eijk, waarmee ze vorig jaar afstudeerde in Artscience aan de KABK. Momentum bestaat uit een langwerpige metalen waterbak, waarin vanuit glazen buizen drie soorten kleurstof druppelt. Zo ontstaan wit-rood-zwarte kringen en wolken, die aan het eind van de dag vastgelegd kunnen worden vastgelegd op een zwaar vel papier van ongeveer dezelfde grootte als Falten. Het is een uiterst geavanceerd soort marmeren: het water is verdikt met een soort Schots mos zodat het pigment blijft drijven, en de buizen druppelen in fase omdat ze vacuüm zijn en van boven verbonden als communicerende vaten. Xandra zelf noemt het lachend “alchemie”.

Geen opmerkingen: