vrijdag 21 juni 2013

Klank en Beeld

Christian Marclay: The Bell and the Glass | Shuffle | Screen Play, EYE, woensdag 19 juni & Everyday, Muziekgebouw aan 't IJ, 20 juni
vandaag op muziekvan.nu

In de zeventiende eeuw probeerden geleerden als Vossius, Kircher en Wilkins een universeel alfabet te (re)construeren dat uit afbeeldingen bestond, geïnspireerd door Chinese karakters en Egyptische hiërogliefen. Medio negentiende eeuw omschreef John Ruskin de ‘pathetic fallacy’: het toeschrijven van menselijke gevoelens, gedachten en intenties aan dingen. Sinds Skrjabin wordt er in de muziek geflirt met synesthesie, vooral met de combinatie klank-kleur. (Dat elke synestheet andere associaties legt, blijft buiten beschouwing.) En grafische partituren zijn al sinds John Cage een tussenweg tussen notatie en improvisatie.



Ik moest aan dit alles denken bij de concerten van Christian Marclay, woensdag in EYE en donderdag in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Marclay, namelijk, is als kunstacademiestudent begonnen met oude LP’s te scratchen, daarna sound artist en collagekunstenaar geworden, en sinds een jaar of tien vooral met video bezig. Van 2007-2010 maakte hij de 24 uur durende videocollage The Clock, won daarmee de Gouden Leeuw op de Biënnale van Venetië en geniet sindsdien een ongemakkelijke faam als star artist. In de muziekwereld gelukkig nog niet. De twee concerten op het Holland Festival gaan uit van andere videocollages uit het afgelopen decennium. Daarbij leggen ze op twee manieren een link tussen beeld en geluid: als ‘visuele partituur’ om bij te improviseren (The Bell and the Glass en Screen Play, woensdag) en als collage met soundtrack om als ensemble op te reageren (Everyday, donderdag).
  
Om maar met de deur in huis te vallen: het eerste werkt niet en het tweede wel.

MAZE (woensdag, EYE) is een nieuw sextet, opgezet door leden van het voormalige Maarten Altena Ensemble (MAE). Muzikanten met een in Nederland unieke combinatie van expertise in improvisatie, electronica, theatrale werking en compositie. Maar de combinatie beeld-geluid is hopeloos vergezocht. ‘We didn’t want it to be too obvious’, zei Yannis Kyriakides. Marclay geeft ook niet al te veel hints. In The Bell and the Glass zijn er nog het terugkerende geluid van een bel, het beeldmotief van barsten en een interview met Marcel Duchamp, dat naar noten is getranscribeerd volgens het Different Trains-principe. In Screenplay zijn er alleen wat stippen en lijnen door de videocollage heen. Zoek het maar uit, jongens. Je kunt dan natuurlijk bij elk beeld een bijbehorend geluid zoeken, maar dat zou weer too obvious zijn. Het resultaat is tamelijk incongruent. Er wordt gesuggereerd dat de film een soort van muzikaal geheimschrift bevat, maar in feite is het eerder broken telephone. Is het vreemd dat ik dan moet denken aan Athanasius Kircher, die ‘Egyptische wijsheden’ toeschreef aan obelisken die hij niet kon lezen?



Daarmee vergeleken is Everyday inderdaad too obvious. De collage is van hetzelfde genre: A-films en B-films, oud en nieuw, shots van enkele tot misschien tien seconden, herhaling van beelden, wind-rewind effecten. De bezetting is een gelegenheidsensemble met Marclay zelf achter de draaitafel, maar qua instrumentatie vergelijkbaar met de avond ervoor. Het verschil is dat het geluid dat bij de films hoort is meegeknipt-en-geplakt. Dat reduceert – oneerbiedig gezegd – het ensemble tot een begeleidingsorkest, maar het creëert wel een prettig ontregelende ervaring waarbij je je voortdurend afvraagt welk geluid nou van het podium en welk van de tape kwam. De vlakke filmgeluiden worden als het ware een paneel om op te schilderen. Het briljantste dramatische moment is wel als opeens de stilte invalt en er een serie beelden getoond worden waarbij je juist een heel duidelijk gerelateerd geluid invult – een leeglopende badkuip bijvoorbeeld. Niet lang daarna volgt een aantal beelden van fanfares en trekt onaangekondigd een echte, fysieke fanfare door de zaal – het ultieme Pythoneske collage-effect. In Everyday, kortom, zit een voortstuwende dynamiek die het tot een totaalervaring maakt. In Screen Play ontbreekt die.

Conclusie: ontregeling werkt eigenlijk alleen maar als er een herkenbare structuur of relatie is om te ontregelen. Er zijn een aantal manieren om beeld met geluid te verbinden: causaal (glas breekt), door gelijkenis (pauk = donder), suggestief (violen bij zonsondergang), via conventionele tekens (notenschrift). De rest is willekeur.

Geen opmerkingen: