Met een verkiezingsspecial.
dinsdag 11 september 2012
zondag 9 september 2012
Gaudeamus, 2012 (6): Laatste noten
Aliona Yurtsevich, PIANO-dress, RASA | Knalpot & Klang, Zijdebalentheater
Utrecht, 9 september
Over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd. Ik doe het toch. Ik ben het namelijk grotendeels eens met het oordeel van de jury. Konstantin Heuer heeft de Gaudeamus Prijs gewonnen met Alaska; eervolle vermeldingen waren voor Maxim Shalygin met Letters to Anna en Edward Hamel met Countenance. Die laatste zou ik vervangen hebben door Eli Keszler met Cold Pin; maar Heuer en Shalygin maakten vrij onbetwist de meest eruit springende en gedurfde werken.
In de wandelgangen waren kanttekeningen te horen: Alaska zou loodzwaar en heel erg Duits zijn, Letters to Anna sentimenteel en overdreven virtuoos. Die kanttekeningen zijn niet onterecht, maar ze gaan voorbij aan een simpel gegeven: dat Heuer en Shalygin weten wat ze willen met hun materiaal. Alaska is zo lang omdat het een cyclus van twaalf gedichten omvat, maar weet daarbinnen zowel variatie als eenheid te bewaren. Letters to Anna haalt alles uit een simpel motiefje wat er maar uit te halen kan, en wint door de herhaling juist aan zeggingskracht. Waar veel werken zijn opgehangen aan een idee of aan verrassende klanken en geluidseffecten, springen Heuer en Shalygin eruit door muzikale visie.
Utrecht, 9 september
Over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd. Ik doe het toch. Ik ben het namelijk grotendeels eens met het oordeel van de jury. Konstantin Heuer heeft de Gaudeamus Prijs gewonnen met Alaska; eervolle vermeldingen waren voor Maxim Shalygin met Letters to Anna en Edward Hamel met Countenance. Die laatste zou ik vervangen hebben door Eli Keszler met Cold Pin; maar Heuer en Shalygin maakten vrij onbetwist de meest eruit springende en gedurfde werken.
In de wandelgangen waren kanttekeningen te horen: Alaska zou loodzwaar en heel erg Duits zijn, Letters to Anna sentimenteel en overdreven virtuoos. Die kanttekeningen zijn niet onterecht, maar ze gaan voorbij aan een simpel gegeven: dat Heuer en Shalygin weten wat ze willen met hun materiaal. Alaska is zo lang omdat het een cyclus van twaalf gedichten omvat, maar weet daarbinnen zowel variatie als eenheid te bewaren. Letters to Anna haalt alles uit een simpel motiefje wat er maar uit te halen kan, en wint door de herhaling juist aan zeggingskracht. Waar veel werken zijn opgehangen aan een idee of aan verrassende klanken en geluidseffecten, springen Heuer en Shalygin eruit door muzikale visie.
Gaudeamus, 2012 (5): Out of comfort zone
Modelo62, RASA | Insomnio, Vredenburg Leeuwenbergh | Nederlands Fluitorkest / Emmy Storms, Nicolaikerk
Utrecht, 8 september
“Op een dag zullen de bakkersjongens mijn muziek fluiten”, zei Arnold Schönberg ooit. Het is nu een eeuw later en de vakkenvullers doen dat nog steeds niet. Ikzelf zing op de fiets ook eerder Interpol of Coldplay na. Van de genomineerde componisten zijn gauw de helft ooit begonnen in een rockband, of doen dat nog steeds. Maar alle crossovers ten spijt zijn er nog steeds muzikale ervaringen die je alleen kunt creëren in een concert waarbij iedereen stil is, in een soort van laboratoriumsetting.
Letters to Anna van Maxim Shaligyn is zo’n werk. Het 25 minuten durende “concert voor één viool” is opgebouwd rond een motiefje van een paar noten die steeds terugkeren, en aan het einde wegsterven, eerst geplukt, dan zachtjes aangetikt met de strijkstok. Maar wat zich daartussen afspeelt is een drama van hels moeilijke extended violin techniques, waarin violiste Emmy Storms met haar hele lichaam opgaat. Het is romantisch, het is virtuoos, het is in de artist’s statement van Maxim zelfs ronduit pathetisch, maar het is wel eigentijds en aangrijpend. En het zou inderdaad op weinig andere plekken kunnen plaatsvinden dan Gaudeamus.
Utrecht, 8 september
“Op een dag zullen de bakkersjongens mijn muziek fluiten”, zei Arnold Schönberg ooit. Het is nu een eeuw later en de vakkenvullers doen dat nog steeds niet. Ikzelf zing op de fiets ook eerder Interpol of Coldplay na. Van de genomineerde componisten zijn gauw de helft ooit begonnen in een rockband, of doen dat nog steeds. Maar alle crossovers ten spijt zijn er nog steeds muzikale ervaringen die je alleen kunt creëren in een concert waarbij iedereen stil is, in een soort van laboratoriumsetting.
Letters to Anna van Maxim Shaligyn is zo’n werk. Het 25 minuten durende “concert voor één viool” is opgebouwd rond een motiefje van een paar noten die steeds terugkeren, en aan het einde wegsterven, eerst geplukt, dan zachtjes aangetikt met de strijkstok. Maar wat zich daartussen afspeelt is een drama van hels moeilijke extended violin techniques, waarin violiste Emmy Storms met haar hele lichaam opgaat. Het is romantisch, het is virtuoos, het is in de artist’s statement van Maxim zelfs ronduit pathetisch, maar het is wel eigentijds en aangrijpend. En het zou inderdaad op weinig andere plekken kunnen plaatsvinden dan Gaudeamus.
zaterdag 8 september 2012
Gaudeamus, 2012 (4): International Style
Wave Field Synthesis, Geertekerk | Eco Small Forms #4, RASA | Nieuw Ensemble, Vredenburg Leeuwenbergh | BL!NDMAN, BL!SK!, CM Studio
Utrecht, 7 september
Bestaat er in de hedendaagse muziek nog iets als “nationale stijl”? Bij een festival als Gaudeamus, dat componisten uit heel de wereld bij elkaar brengt, is de verleiding groot om zo’n nationale achtergrond erin te gaan interpreteren. En niet eens onterecht: Cold Pin van Eli Keszler is inderdaad typisch New York avant-garde, Alaska van Konstantin Heuer druipt van het Duits expressionisme. Maar met traditionalisme heeft dat weinig te maken. Zo komen ook om een mij onbekende reden veel electronische componisten en abstracte geluidskunstenaars uit Oost-Azië – maar is het werk van Ji Youn Kang voor de wave field synthesis daarom “typisch Koreaans”?
Iets anders is het als je die nationale verschillen bewust opzoekt. Dat doet bijvoorbeeld het Nieuw Ensemble met workshops en tournees in China en Turkije. Twee van de werken op het programma vrijdagavond in Vredenburg Leeuwenbergh zijn afkomstig uit de door hen georganiseerde Turkish Composer’s Composition. Met name Mithatcan Öcal veroorlooft zich in Üngüjin ironische flirts met het mystieke en wervelende Oosten (de titel verwijst naar een soort van woestijndemoon, beschreven in een 11e-eeuws compendium) die bij een Westerse componist als “oriëntalisme” zouden worden uitgelegd. Wat wel resulteert in spannende luit-gitaarduetten, zwevende klanken en jachtige fluiten.
Utrecht, 7 september
Foto: Herre Vermeer
Bestaat er in de hedendaagse muziek nog iets als “nationale stijl”? Bij een festival als Gaudeamus, dat componisten uit heel de wereld bij elkaar brengt, is de verleiding groot om zo’n nationale achtergrond erin te gaan interpreteren. En niet eens onterecht: Cold Pin van Eli Keszler is inderdaad typisch New York avant-garde, Alaska van Konstantin Heuer druipt van het Duits expressionisme. Maar met traditionalisme heeft dat weinig te maken. Zo komen ook om een mij onbekende reden veel electronische componisten en abstracte geluidskunstenaars uit Oost-Azië – maar is het werk van Ji Youn Kang voor de wave field synthesis daarom “typisch Koreaans”?
Iets anders is het als je die nationale verschillen bewust opzoekt. Dat doet bijvoorbeeld het Nieuw Ensemble met workshops en tournees in China en Turkije. Twee van de werken op het programma vrijdagavond in Vredenburg Leeuwenbergh zijn afkomstig uit de door hen georganiseerde Turkish Composer’s Composition. Met name Mithatcan Öcal veroorlooft zich in Üngüjin ironische flirts met het mystieke en wervelende Oosten (de titel verwijst naar een soort van woestijndemoon, beschreven in een 11e-eeuws compendium) die bij een Westerse componist als “oriëntalisme” zouden worden uitgelegd. Wat wel resulteert in spannende luit-gitaarduetten, zwevende klanken en jachtige fluiten.
donderdag 6 september 2012
Gaudeamus, 2012 (3): Een oefening in geduld
Orkest de Ereprijs, Vredenburg Leeuwenbergh | Sonar Quartet, CM Studio | Imperfect Distance, Geertekerk
Utrecht, 5 september
Uitgestald op een lange tafel in Museum Speelklok lijkt de partituur van Falten van William Engelen heel eenvoudig: een meterslang vel met alleen lege notenbalken en maatstrepen, onderbroken door vouwen in het blad. William legt uit dat die vouwen staan voor pauzes, en de notenbalken voor “spelen”: wát precies, dat ligt niet vast in de partituur. Er is geen geheime code, maar het is ook geen vrije interpretatie: hoe het stuk uiteindelijk klinkt, is meer een uitkomst van overleg met de musici. Noten hoef je er in elk geval niet voor te kunnen lezen; William zegt zelf meer een soort van muzikale intuïtie te volgen.
Als het stuk op de lessenaar van het Sonar Quartet ligt, blijkt de uitvoering toch wat meer voeten in de aarde te hebben: de vouwen en strepen zijn getranscribeerd naar gewoon notenpapier, de lege notenbalken zitten vol aantekeningen, en op het blad ligt een stopwatch.
Utrecht, 5 september
Uitgestald op een lange tafel in Museum Speelklok lijkt de partituur van Falten van William Engelen heel eenvoudig: een meterslang vel met alleen lege notenbalken en maatstrepen, onderbroken door vouwen in het blad. William legt uit dat die vouwen staan voor pauzes, en de notenbalken voor “spelen”: wát precies, dat ligt niet vast in de partituur. Er is geen geheime code, maar het is ook geen vrije interpretatie: hoe het stuk uiteindelijk klinkt, is meer een uitkomst van overleg met de musici. Noten hoef je er in elk geval niet voor te kunnen lezen; William zegt zelf meer een soort van muzikale intuïtie te volgen.
Als het stuk op de lessenaar van het Sonar Quartet ligt, blijkt de uitvoering toch wat meer voeten in de aarde te hebben: de vouwen en strepen zijn getranscribeerd naar gewoon notenpapier, de lege notenbalken zitten vol aantekeningen, en op het blad ligt een stopwatch.
woensdag 5 september 2012
Gaudeamus, 2012 (2): Doe het opnieuw
VocaalLAB Nederland, Nicolaïkerk | En Accord Strijkkwartet / Prisma Strijktrio,
Vredenburg Leeuwenbergh | Electro-Acoustic
Night, Nicolaïkerk
Utrecht, 4 september
De combinatie VocaalLAB – Gaudeamus – kerkgebouwen is een geslaagde. Het ensemble, dat de grens van muziek en theater opzoekt zonder “muziektheater” te maken, maakt ten volle gebruik van de mogelijkheden die de ruimte biedt qua belichting, resonantie en gewijde sfeer. Tel daarbij een aantal jonge componisten op die monumentaal werk maken met een historische lading, zoals vorig jaar Raffaele Grimaldi met Tesla en dit jaar Constantin Heuer met Alaska en Giuliano Bracci met Non sta, si svolge e gira, en het resultaat is een muzikale ervaring die je met een vreselijk cliché nog het beste kunst beschrijven als “tijdloos”.
Konstantin Heuer neemt die historische lading met genoegen op zich: hij zoekt doelbewust de vergelijking met Pierrot Lunaire, Schönberg’s expressionistische spreekstemcyclus uit 1912. Alaska voor vijf vocalisten en acht strijkers bedient zich eveneens van spreekstem (afgewisseld door zang) en baseert zich op de gelijknamige gedichtencyclus van Gottfried Benn, al even fantasmagorisch en expressionistisch als Pierrot. Op de toelichtende video kun je Konstantin met een uitgestreken gezicht loodzware esthetische uitgangspunten horen debiteren. Als het spot is, dan is het heel serieuze spot, want Alaska is beslist geen oefening in pastiche. Het is een lang stuk – twaalf aaneengesloten delen, voortgestuwd door twee spreekstemmen – maar korter had het niet kunnen of moeten zijn. Het is bijna onvoorstelbaar, maar dit stuk is geschreven door een 22-jarige.
Utrecht, 4 september
De combinatie VocaalLAB – Gaudeamus – kerkgebouwen is een geslaagde. Het ensemble, dat de grens van muziek en theater opzoekt zonder “muziektheater” te maken, maakt ten volle gebruik van de mogelijkheden die de ruimte biedt qua belichting, resonantie en gewijde sfeer. Tel daarbij een aantal jonge componisten op die monumentaal werk maken met een historische lading, zoals vorig jaar Raffaele Grimaldi met Tesla en dit jaar Constantin Heuer met Alaska en Giuliano Bracci met Non sta, si svolge e gira, en het resultaat is een muzikale ervaring die je met een vreselijk cliché nog het beste kunst beschrijven als “tijdloos”.
Konstantin Heuer neemt die historische lading met genoegen op zich: hij zoekt doelbewust de vergelijking met Pierrot Lunaire, Schönberg’s expressionistische spreekstemcyclus uit 1912. Alaska voor vijf vocalisten en acht strijkers bedient zich eveneens van spreekstem (afgewisseld door zang) en baseert zich op de gelijknamige gedichtencyclus van Gottfried Benn, al even fantasmagorisch en expressionistisch als Pierrot. Op de toelichtende video kun je Konstantin met een uitgestreken gezicht loodzware esthetische uitgangspunten horen debiteren. Als het spot is, dan is het heel serieuze spot, want Alaska is beslist geen oefening in pastiche. Het is een lang stuk – twaalf aaneengesloten delen, voortgestuwd door twee spreekstemmen – maar korter had het niet kunnen of moeten zijn. Het is bijna onvoorstelbaar, maar dit stuk is geschreven door een 22-jarige.
dinsdag 4 september 2012
Gaudeamus, 2012 (1): Open it loud
Eli Keszler, Cold Pin,
CM Studio / Asko | Schönberg, stukken van Padding, Nikodejevic, Piper, Skordys en Andriessen,
Geertekerk
Utrecht, 3 september
Luid en duidelijk. De installatie Cold Pin van Eli Keszler in de CM Studio van het Centraal Museum omvat niet meer dan een aantal snaren gespannen in de ruimte, een mechaniek om die snaren aan te slaan, een versterker en wat luidsprekers. Die genereren een diep resonant geluid, terwijl op de muur van de halfduistere ruimte de schaduwen spelen. Het is alsof je in een immense klankkast staat. Met een glas wijn en olijven en kaas bij hand, want het is wel de opening van de Gaudeamus Muziekweek. Voor de gelegenheid van de opening is tussen de snaren en de luidsprekers ook een drumstel opgesteld, waar Eli op staat te jammen. Aanvankelijk ingetogen, ook omdat hij op de trommelvellen een aantal crotales (koperen klankschijfjes) heeft gelegd, allengs steeds wilder. Zei er hier iemand “BOEM, paukeslag”? Juist. De Muziekweek is begonnen.
Utrecht, 3 september
Luid en duidelijk. De installatie Cold Pin van Eli Keszler in de CM Studio van het Centraal Museum omvat niet meer dan een aantal snaren gespannen in de ruimte, een mechaniek om die snaren aan te slaan, een versterker en wat luidsprekers. Die genereren een diep resonant geluid, terwijl op de muur van de halfduistere ruimte de schaduwen spelen. Het is alsof je in een immense klankkast staat. Met een glas wijn en olijven en kaas bij hand, want het is wel de opening van de Gaudeamus Muziekweek. Voor de gelegenheid van de opening is tussen de snaren en de luidsprekers ook een drumstel opgesteld, waar Eli op staat te jammen. Aanvankelijk ingetogen, ook omdat hij op de trommelvellen een aantal crotales (koperen klankschijfjes) heeft gelegd, allengs steeds wilder. Zei er hier iemand “BOEM, paukeslag”? Juist. De Muziekweek is begonnen.
Abonneren op:
Posts (Atom)