woensdag 26 september 2007

Geluid is muziek als het nergens toe dient

...Een regeltje uit mijn ode aan het Muziekgebouw aan 't IJ, ooit geschreven voor Niels de Groot's gedichten-en-beelden-project.
En geen slecht motto voor het zoeken naar onverwachte geluidscombinaties in de stadsjungle. Iets wat je altijd kunt doen als je een paar minuten moet verniksen, en waarmee je de wereld mooier maakt zonder er iets voor te hoeven doen. Het is alleen gevaarlijk in het verkeer.

Mijn favoriete sons trouvés:

- Het ontvouwen van een hoogwerker voor mijn raam, waarbij de aandrijving lage continue tonen maakte als een duduk, de scharnieren voor hoge snaarachtige snerptonen zorgde en de aansturing piep-piep-piep de maat piepte.

- De onregelmatige gejaagde ritmes waarmee de Le Creuset-grillpan op en neer trilde op het fornuis terwijl de wasmachine op volle toeren centrifugeerde.

- Een naderende tram bij het Concertgebouw, met bijbehorend Doppler-effect, rinkelende bellen, achtergrondruis van het verkeer bij de kruising, en de wind die vanaf het plein de straat in geperst wordt. (Het concert met stukken van George Benjamin was een stuk minder interessant.)

- Hamerende stratenmakers in Potsdam. Een vrij grote ploeg, ze sloegen op natuurstenen tegels, wat een mooi hoog geluid geeft, elk zijn eigen ritme of geen ritme. Denk aan Ligeti's kamerconcert, 2e kwartet of gedicht voor metronomen. Ik miste bijna de trein door er naar te luisteren.

Geen opmerkingen: