zondag 12 september 2010

Gaudeamus, 2010 (4): Het onverwachte


De eerste regel bij de Night of the Unexpected is dat je op tijd moet komen, en op tijd weer weg moet gaan. De grootste variatie zit namelijk in korte stukken aan het begin, terwijl later op de avond, als ook de nachtvlinders op zoek naar een avondje Paradiso binnenfladderen, de langere band acts met lichteffecten en decibellen de overhand krijgen. Zo rond elf uur zijn de meeste componisten wel verdwenen.

The Night of the Unexpected is een concertformat dat uniek is in Nederland, en for all I know misschien wel op de wereld. Het belangrijkste kenmerk is dat alles er welkom is, als het maar progressief is. Dat kan variëren van geluidskunst tot gamelan, van muziektheater met video tot Noorse noise, van live sampled jazzimprovisaties tot experimentele electronica.
Je kunt heen en weer lopen tussen de grote en de kleine zaal, en de acts in de grote zaal komen steeds uit andere hoeken, de volgende wordt al stilletjes opgebouwd terwijl de vorige nog bezig is. Het is moeilijk voor te stellen waar dit anders plaats zou kunnen vinden dan in Paradiso (hoewel: in het muziekgebouw kun je hele boeiende disco bouwen met de led'jes in de wand), en het enige wat er nog enigszins mee vergelijkbaar is is het voyeuristische dans/performancegebeuren I like to watch too, ieder jaar deel van Julidans en óók in Paradiso.

Stof op mijn hoofd, ik hield me niet aan Regel 1 en kwam zo te laat voor de wereldpremière van The Arrest, waarin Yannis Kyriakides de combinatie van ensemble en electronica met tekstvideo's verder uitwerkt. (Ik heb eerder vol lof gesproken over Mnemonyst S, het eerste werk in die stijl; The Arrest borduurt voort op Dreams of the Blind, dat hij schreef toen hij al artistiek leider van Ensemble MAE was geworden.) Nou maar hopen dat het snel op YouTube komt.


Tom Johnson's Narayana's Cows is een demonisch achterkleinkind van Satie's Vexations. Het gaat uit van een wiskundog probleem van de 14e-eeuwse Indiase wiskundige Narayana: een koe werpt ieder jaar een kalf. Na drie jaar begint een kalf zelf ook te werpen. (Stierenkalfjes komen blijkbaar niet voor.) Je begint met één koe. Hoeveel zijn er na 17 jaar?
Tom Johnson schrikt niet terug voor grote hoeveelheden noten: eerder liet hij in Chord Catalogue de pianist álle akkoorden binnen een octaaf uitvoeren. (Dat zijn er, voor de mathematici, 8178.) Nu laat hij ensemble Klang de zeventien generaties doorlopen, met voor iedere koe in elk jaar een noot, en een verschillende toon voor elke generatie. "Well probably most of you have guessed by now how many cows there are in the seventeenth year, but if not, you can just count the notes."

En zo zijn er meer werken die de scherpe randen van de betekenisloosheid aftasten. Stemkunstenaar Alex Nowitz, artist in residence bij STEIM, laat zich in Spring Relapse van Sergey Khismatov reduceren tot een machine die geluiden produceert en zijn op alle mogelijke wijzen vervormde stem tot een klankkast voorbij iedere semantiek. De mannen van Project Wildeman drukken zich weliswaar in het Nederlands uit maar herhalen losse woorden staccato, praten door elkaar en spreken zinnen zo snel uit dat ze tot woorden ineen worden gepropt - dit alles gekleed in kantooroverhemden en geschaard rond een onttakeld kopiëerapparaat.


Ondertussen is tegelijkertijd met Gaudeamus het Gamelan Festival gaande in het Tropenmuseum. Zodoende is er bij binnenkomst het Kyai Fatahillah ensemble dat op Javaanse gamelan tekeer gaat alsof het Balinese gamelan is (die twee verschillen van elkaar als ambient jazz en hardbop: denk aan wajangpoppentheater en extatische Balinese tempelriten); daarna een electronisch werk op basis van gamelanklanken; en aan het einde van de avond een binnenmarcherend Balinees gamelanorkest. Hoewel dat eigenlijk tam lijkt na het drum-, gitaar- en lichtgeweld van Knalpot, dat je soms de zaal uitjaagt maar wanneer je er weer tegen kunt het gevoel geeft dat je in een andere wereld bent.

Geen opmerkingen: