maandag 27 september 2010

Het concertgebouworkest en de drie pepertjes

De nieuwe AAA-reeks in het Concertgebouw
 

Toen het Concertgebouw twee jaar geleden een festival over Indiase muziek hield, was voor de gelegenheid de hele concertagenda van die maand voorzien van pepertjes: mild, kruidig, of "hot". Voor het gemak was alles waar een twintigste-eeuwse componist in voorkwam voorzien van drie pepertjes, ook als het bijvoorbeeld Debussy of Britten was. De Albert Heijn doet dat ook, op hun overigens heel goed te eten Oosterse magnetronmaaltijden - maar ook van de kip jalfrezi met vijf pepertjes krijg je geen blaren in de mond.

Het Concertgebouw heeft nu zijn serie eigentijds vernieuwd, en herdoopt tot AAA - Actueel, Avontuurlijk, Aangrijpend. Ik was lang niet meer in het Concertgebouw geweest, en bij de eerste aankondiging bekroop me de angst: toch niet wéér drie pepertjes? Maar deze keer heeft het KCO er werk van gemaakt. Er zijn partnerships aangegaan met het Stedelijk en het Muziekgebouw aan 't IJ, de nieuwe serie gaat uit van themaweekends met een symposium op vrijdagmiddag, filmvertoningen, exposities, debatten in Spui25, en een maand van tevoren komt De Groene Amsterdammer met een themakatern.

Ook het KCO, kortom, is interdisciplinair gegaan, en meegegaan in een ontwikkeling die al eerder in de beeldende kunst aan de gang was: de educational turn in curating, wat wil zeggen dat je je tentoonstelling, of in dit geval concertcyclus, onderwerp maakt van symposia en dat tot integraal deel van de kunstbeleving maakt. Eerdere voorbeelden hiervan in de podiumkunsten waren in Amsterdam de audio-lectures bij het festival-symposium over Cathy Berberian (ASCA, 2008), en de Party in the Kitchen van Emio Greco | PC in de Brakke Grond rond kerst vorig jaar. Die educational turn is in de beeldende kunst wel aangevallen omdat die "art without artists" zou voortbrengen door de curator centraal te stellen, en de tentoonstelling zelf zou reduceren tot iets wat er maar bij hangt. (Het is dan ook zowel een van de interessantste ontwikkelingen in de kunstpraktijk, als een teken van hoe de toekomst eruit kan zien als we niet uitkijken.) Bij het Concertgebouw zal het zo'n vaart niet lopen.

Het onderwerp van dit weekend was Klank en kleur. Dat betekende, niet verbazend, spectralisme, Ravel en Skrjabin, een voordracht over muziek en beeldende kunst zo rond 1880-1920, en iets met beeld in het concert, in dit geval John Perryman die live acquarelleert op verscheidene overhead sheets, en die beelden dan in elkaar laat versmelten door de overheadprojectoren aan of uit te zetten. Dat deed hij drie jaar geleden in het Gaudeamus Festival ook bij muziek van Alvin Curran, maar ondertussen heeft hij zijn techniek verder geperfectioneerd, en bovendien passen zijn kleurvlekcomposities goed bij Skrjabin's Poême d'Extase. Al is eerlijk gezegd de video die Peter Struycken heeft gemaakt bij Prometheus interessanter, niet alleen als beeld maar ook als conceptuele uitwerking van het verband tussen klank en kleur.

Maarten Kloos, directeur van het ARCAM dat ook een expositie houdt over muziek, neemt in het symposium een radicaal sceptische positie in: hoezo verbeelde klank, klank en beeld zijn twee verschillende dingen, je hebt dan wel synestheten maar als je klanken en beelden gaat analyseren moet je dat in verschillende termen doen, anders wordt het een category mistake. Rozalie Hirs, die zo'n beetje het spectralisme in Nederland vertegenwoordigt, stelt daar tegenover dat het brein ze toch op analoge wijze construeert. Ze haalt haar man aan, die als architect wel eens van musici te horen krijgt dat het toch maar gestolde muziek is die hij maakt: "ja, maar wel op het juiste moment gestold".
Die twee posities hoeven elkaar niet uit te sluiten: hoe je brein iets construeert en hoe je bewust iets analyseert zijn evenzeer twee verschillende dingen, en hoewel er genoeg specific cognitive impairments gedocumenteerd zijn die pleiten voor een modulaire opvatting van het brein (en dus voor twee gescheiden domeinen) moét de neurale projectie wel tot op zekere hoogte analoog zijn, omdat die mentale modules anders niet met elkaar zouden kunnen communiceren. Het toekennen van een kleur aan een klank is weliswaar niet meer dan een hersenspelletje - synestheten zijn het ook nooit eens over welke kleur een klank heeft - maar dankzij de moderne geluids- en videotechnische middelen kan het spelletje wel op hoger niveau gespeeld worden dan in Skrjabin's mystieke bespiegelingen of Delaunay's experimenten met de kleurentheorie van Chevreul.

De vernieuwde AAA-serie zorgt dus in ieder geval voor gespreksstof. Zit er ook voldoende peper in? Dat verschilt - het blijft natuurlijk wel het Concertgebouw, die dinoboerderij in hoogburgerlijke potpourristijl. Geurt Imanse, conservator van het Stedelijk, vertelt bijvoorbeeld voornamelijk de bestaande literatuur over muziek en schilderkunst na, en sluit dan abrupt af met: "Maar eigenlijk is de perfecte combinatie van klank en beeld pas later ontdekt, eind jaren zeventig, begin jaren tachtig - ik heb het dan over de videoclip". Alsof er in de tussentijd in de beeldende kunst niets anders gedaan is dan schilderen, en alsof de videoclip niet een ietwat gedateerd verschijnsel uit het TV-tijdperk is. Wat ook niet helpt is fuddybuddy Rudi Fuchs als panellid en de hoge grijsheidgraad van het publiek.
Wel is het goed om weer eens in het Concertgebouw te zijn om te horen dat Ravel's pianoconcert voor de linkerhand eigenlijk een verdomd energiek en goed georchestreerd stuk is - al zitten er iets teveel ontleningen uit eerder werk in en al blijf je iets missen, namelijk de rechterhand. Skrjabin's Poême d'Extase is het soort gepeperde muziek waar het KCO mee uit de voeten kan - het is namelijk, hoe ver zijn tijd vooruit ook, een symfonische wall of sound en geen modern ensemblestuk waarin je ieder individueel instrument moet kunnen horen. Tristan Murail stelt daarentegen teleur met Terre d'Ombre - en dat ligt niet aan het KCO. Het is Murail zelf die saai geworden is. Het is weliswaar knap hoe hij de tape inzet als subtiel ondersteunend element, in plaats van als dominante verstorende factor, maar geef me dan liever de grillige zaagtandklanken uit Désintegrations, hoe jaren '80 die ondertussen ook klinken. Dit klinkt eerder als Désintegrations zonder desintegratie.
Veel peper zit er vooral in de finale van Zenit van Rozalie Hirs, waarbij de klank eerst tussen heden en Renaissance zweeft maar later uiteenvalt. Maar dat is dan ook in het muzikale deel van het symposium, niet in de Grote Zaal, en het hele strijkkwartet krijgen we niet te horen. (Het is eerder in première gegaan bij een programma in Los Angeles, Les Espaces Acoustiques and beyond: new music after Grisey - en inderdaad is Rozalie iemand die met haar experimenten met beeld en poëzie verder gaat dan mooie klanklandschappen.)

Het Concertgebouw doet dus in ieder geval z'n best. Met het KCO is dit voorlopig as spicy as it gets. Maar met het gebouw zou je muzikaal meer kunnen doen, met al die eindeloze gangen, drie intieme zalen en één grote. De Night of the Unexpected zoals die nu in Paradiso wordt georganiseerd zit wel aan zijn grenzen; maar in het Concertgebouw zou je een minder noisedisco-achtige versie kunnen aanbieden, met verschillende concerten waar je tussen zou kunnen dwalen, verrassingen in de gangen en kleine performances in de foyers. Met minder noise en meer theater, minder donkere Paradiso-sfeer en meer Im Wunderschönen Monat Mai in de Reinbert de Leeuw-versie. Meer Entrée Late Night Café maar dan in het hele gebouw in plaats van in de lobby. Goed plan?

Over een andere partner in de AAA-serie kan ik minder positief zijn. Het Stedelijk snapt er hoegenaamd geen snars van. Dat ze een neuzelige conservator en een leuterige oud-directeur naar het symposium sturen, alla. Maar in de goeie ouwe jaren '70 was het Stedelijk nog een aanjager van het moderne muziekleven, met concerten van het Willem Breuker Kollektief en Orkest de Volharding. En wat doet het Stedelijk nu voor hun 115e verjaardag? Ze organiseren een "betoverende performance" met een kinderkoor en een gospelzangeres.
WTF?!?!
Ze hadden toch ook Barbara Hannigan het Beatle Songbook van Cathy Berberian kunnen laten uitvoeren? Of Monica Germino uitnodigen om eens los te gaan op haar electrische viool of zo?

Geen opmerkingen: